Het Boeddhisme

 


 

Begin

Kwartierstaat Koos van Rijn
Grafische versie 1
Grafische versie 2

Grafische versie 3

Nieuws
2009
2010
2011

2012
2013
2014

Over Ons
Rembrandt

Onze honden
Reuen

Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen

In loving memory

Pups
Planning


Fotogallery
Nostalgisch Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk

Shows
Kopstudie

Wandelingen
Hoek van Holland 1
Hoek van Holland 2


Bron Newfoundlander
Newfoundland 
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet Dog2 
Lord Byron

Fokken 
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling embryo
FCI - Rasstandaard
Kynologische termen
Voeding
Afspeenmethode

Marskwa's adagiums

Genetica
Kleurvererving
HD-ED vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA: 
From where I am
Evolutie Theorie  
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek

Teek Care

De andere Passie
Odysseus
Sprookje 
Alexander de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch Realisme
Filosoferen over sex
Magna Graecia
Boeddhisme
Klimaat
 
Israël

Agape
Christus was een filosoof

Astrologie
Maanstanden

Links

Webcams HvH


 

 





Secret Garden : Dawn Of A New Century


De Boeddha en zijn leer

Aan de oorsprong van het boeddhisme staat de legendarische prins Siddharta Gautama, die leefde omstreeks 500 voor Christus. Hij wordt opgevoed in de veilige omgeving van het koninklijk hof en wordt zorgvuldig afgeschermd van de wereld. Als hij als volwassene voor het eerst kennis maakt met het werkelijke leven en armoede, ouderdom, ziekte en dood recht in de ogen ziet, doet hij afstand van alle weelde, laat vrouw en kind en alle luxe achter zich en gaat op zoek naar de betekenis van het leven. Hij trekt als asceet de bossen in en tracht door onthechting door te dringen tot de grond van het bestaan. Als hij de antwoorden op de levensvragen na jaren van rondtrekken nog steeds niet heeft gevonden, geeft hij zijn zoektocht op en gaat onder een grote boom zitten met het voornemen niet meer op te staan voordat hij inzicht zal hebben verworven. In deze wanhoopsactie, dit opgeven van alle zoeken, voltrekt zich aan hem de doorbraak van het inzicht, het grote 'ontwaken'. Vanaf dat moment valt hem de eretitel 'Boeddha' (=ontwaakte) ten deel. De rest van zijn leven, nog 45 jaren, trekt hij rond en predikt hij zijn leer. De kern daarvan wordt samengevat in de zogenaamde 'vier edele waarheden'
(zoals verhaald in zijn legendarische preek te Benares):

  1. De waarheid van het lijden (dukkha): Alles in het leven wordt ten diepste gekenmerkt door vergankelijkheid en is daarom onherroepelijk verbonden met lijden. Pijn, verdriet, ziekte en dood zijn lijden. Maar ook alle fijne ervaringen zijn gekoppeld aan lijden omdat ze ooit een einde zullen hebben.
  2. De waarheid van de oorzaak van het lijden (samudaya): Het hechten aan alles wat je hebt en bent en het verlangen dat jou je hele leven achtervolgt, veroorzaken de pijn van het lijden.
  3. De waarheid van het opheffen van het lijden (nirodha): Er is een weg om aan het lijden te ontsnappen, om je gehechtheden uit te wissen.
  4. De waarheid van de weg die leidt tot de opheffing van het lijden (marga):
    Deze weg is het edele achtvoudige pad.

Beranes ( het huidige Varanasi )




Dit pad
bestaat uit de volgende onderdelen: Het juiste inzicht en vertrouwen, de juiste motivatie, het juiste woord (taal), de juiste daad (actie), het juiste leven (middelen van bestaan), het juiste streven (carrière), de juiste bezinning, de juiste meditatie. Dit pad valt eigenlijk in drie delen uiteen. De eerste trede is het fundament: de wijsheid (het juiste inzicht). De treden twee tot en met zeven vormen de boeddhistische ethiek. Deze is uitgewerkt in een aantal voorschriften: niet doden, niet stelen, seksuele onthouding, niet liegen, geen bedwelmende middelen. Ze lijken veel op de tien geboden uit de joods-christelijke traditie maar de accenten liggen wat anders. Zo staat in het boeddhisme de vreedzaamheid centraal in het voorschrift van de geweldloosheid (ahimsa). De sluitsteen en achtste trede is de juiste meditatie. Zo vormt het achtvoudige pad een ethiek die is ingebed in 'inzicht' (begrip van de leer) waaruit de juiste levenswijze voortvloeit waarvan de praktijk van meditatie (= Bidden ) de bekroning vormt. En die meditatie leidt op haar beurt tot en versterkt weer het inzicht waardoor de cirkel rond is



De titel Boeddha behoort toe aan iemand die op eigen kracht, zonder leraar, de Dharma (natuurwet) ontdekt heeft en verlichting heeft bereikt.

Het Taoïsme

Lao Tse

 

Ongeveer in dezelfde tijd als in India het boeddhisme ontstaat, vormt China de bakermat voor het taoïsme. De leer wordt toegeschreven aan de legendarische figuur Lao Tse (afbeelding). Het belangrijkste geschrift waarin zij wordt beschreven is de Tao-Teh-Tjing. Het 'tao' is het oerbeginsel van het universum en ligt ten grondslag aan alles in de fysieke en geestelijke wereld.

Het grote Tao doordringt alles, links en rechts.
Het geeft aanschijn aan alle dingen
en verwerpt er geen.
Verworven verdiensten kent het niet.
Het mint en voedt alle dingen,
maar overheerst ze niet.

 

Wezenlijk voor het taoïsme is dat het inzicht in Tao niet intellectueel te verwerven is, maar alleen intuïtief. In het openingsvers wordt al meteen aan de orde gesteld dat het wezen van Tao niet in taal te vangen is:

De Tao die onder woorden gebracht kan worden, is niet de ware Tao.

Tao manifesteert zich in de wereld der verschijnselen in de vorm van tegenstellingen (yin-yang): hard en zacht, hoog en laag, koud en warm, droog en vochtig, mannelijk en vrouwelijk. Alle onderscheiding door de menselijke geest doet echter afbreuk aan de dieperliggende eenheid. De ethiek van het taoïsme behelst dan ook : geen onderscheid tussen goed en kwaad, niet oordelen, spontaan, intuïtief handelen. De taoïst ontwikkelt op deze wijze een sterk relativeringsvermogen, dat bijvoorbeeld tot uiting komt in de prachtige wijsheid : 'Hoe groter de voorkant, hoe groter de achterkant.' Verder leidt het tot een levenshouding die zich kenmerkt door het volledig aanvaarden van dat wat is. Daarbij heeft de taoïst een sterk positieve instelling ten aanzien van de werkelijkheid (alles is Tao), die ook bij Zen is gebleven.


Het Zenboeddhisme

Het Zenboeddhisme is een bundeling van het Boeddhisme en Taoïsme

De overlevering vertelt dat rond het jaar 500 de legendarische monnik Bodhidharma (afbeelding) naar China trekt. Hij brengt de meditatieve kern van het Mahayana-boeddhisme naar dit land en daar komt het in contact met het Chinese taoïsme. De vrucht van deze ontmoeting wordt later Ch'an genoemd en Bodhidharma de eerste Zen-patriarch. In de naam ligt de kern van de leer verankerd: meditatie is in het Sanskriet 'dhyana' en dit verbastert in het Chinees tot 'Ch'an'. Later zal het in het Japans tot 'Zen' worden. In het feit dat we vanaf Bodhidharma namen kennen van opeenvolgende Zen-patriarchen zien we al een typisch Chinese invloed. De voorouderverering staat namelijk in hoog aanzien in China en weerspiegelt zich dan ook in de verering van de opeenvolgende zenmeesters die de leer van eeuw tot eeuw hebben doorgegeven. Dit staat haaks op de Indische gewoonte om personen totaal ondergeschikt te maken aan de leer waardoor we slechts heel weinig namen uit de oude hindoeïstische en boeddhistische traditie kennen om van jaartallen nog maar te zwijgen.
De belangrijkste invloed van het taoïsme is de praktische benadering van het boeddhistische erfgoed. Het naturalisme, het eenvoudige intuïtieve 'zijn' wordt het handelsmerk van Zen: 'Doen wat je doet'. Zen is een wijze van in het leven staan.

Een leerling vroeg aan zijn Zen-meester: 'Spant u zich voortdurend in om de waarheid te beoefenen?'
De meester antwoordde: 'Jazeker.'
De leerling vroeg: 'Hoe doet u dat?'
De meester antwoordde: 'Als ik honger heb, eet ik en als ik moe ben, ga ik slapen.'
De leerling: 'Maar dat doet iedereen. Kan je dan van iedereen zeggen dat hij doet wat u doet?'
De meester: 'Nee!'
De leerling: 'Waarom niet?'
De meester antwoordde: 'Omdat anderen niet eten als ze eten, maar tijdens het eten aan allerlei dingen denken, waardoor hun aandacht verstoord wordt. Als ze slapen, slapen ze niet, maar dromen over duizend en één dingen. Daarom zijn ze niet zoals ik ben.'

Verder erft Zen van het taoïsme de afwijzing van alle verering, de sterke relativering van leerstellingen en de humor waarmee het denken onderuit wordt gehaald
(Zen is humor).
Bovenal belichaamt Zen een terugkeer naar de oude boeddhistische bronnen: geen filosofie, geen metafysica, alleen de verlossing staat centraal. Zen is daardoor een heel zuivere vorm van boeddhisme. Zelfkennis vervult daarin een centrale rol (Zen is zelfkennis). De beroemde latere Zenmeester Dogen vat de weg van Zen als volgt samen:

Het pad van de Boeddha gaan is jezelf leren kennen.
Jezelf leren kennen is jezelf vergeten ( egoisme ).
Jezelf vergeten is
verlicht worden door alle dingen ( openstaan ).



Eigen vakantiefoto van een boetedoening op de Gats bij de rivier de Ganges in Varanasi .

 

Confucianisme wil beleefdheid in de samenleving bewaren

Het confucianisme is geen godsdienst, maar eerder een levenshouding en een filosofie. Er zijn geen kerken of priesters, wel tempels voor ceremonies. Voor deze filosofie legde Confucius de basis. Zijn leerlingen en volgelingen werkten deze later uit. Respect voor ouders en ouderen, en hard werken binnen je huidige positie zijn belangrijk. Het respecteren van de hiërarchische verhoudingen van het gezin, de maatschappij en de overheid maken dat een mens zich er bewust van is dat hij deel uitmaakt van een groter geheel. Hoe groter dit besef, hoe meer de mens zich ziet als een deel van de oneindigheid.

Confucius en zijn opvolger Meng-zi (Mencius; 371-288 voor Christus) legden de nadruk op humaan bestuur boven gezagshandhaving door geweld. Zij legden de grondslag van de nog altijd bestaande Chinese traditie dat de heersers zich ten aanzien van het volk, dat aan hun zorgen is toevertrouwd, moeten gedragen als ’vader en moeder’. Hun argument was 
Doe anderen niet aan, wat ge zelf niet wenst te ondergaan’.

Een stelregel was dat het vermogen van de mens onbeperkt is en dat men promotie moet maken op grond van bekwaamheid en niet op basis van afkomst. Alle loopbanen staan dus open voor alle talenten. Men ging ambtenaren benoemen op basis van vergelijkende examens, of ’confuciaanse examens’, een Chinese eigenheid die de Chinese turbulenties veel eeuwen overleefde. Deze examens duurden negen dagen en werden om de drie jaren ingericht.

Volgens Confucius’ theorie ontleende de heerser zijn macht aan ’Het Hemels Mandaat’. Hij verloor dit als hij zich schuldig maakte aan onkoninklijk gedrag. Dan waren een opstand tegen een slechte vorst of het omverwerpen van een corrupte dynastie gerechtvaardigd.

Sleutelwoord van het confucianisme is ’jen’, dat zowel liefde, goedheid als menselijkheid betekent. Vaste waarden waren deugden als piëteit (shu), trouw (chung), betrouwbaarheid en respect voor de ouders (vooral de vader). Wie al deze waarden in zich verenigt mag zich een chün-tzu noemen, 
een perfecte gentleman.

Morele beginselen waren, eerder dan godsgeboden, middelen om de openbare orde te bewaren. Confucius legt bijvoorbeeld de nadruk op rituelen en ceremoniën, maar die waren alleen bedoeld om de gewone beleefdheid in de samenleving te handhaven.

Confucius is in het gezinsleven altijd een rol blijven spelen

De Han-dynastie maakte in de tweede eeuw voor Christus het Confucianisme tot officiële staatsleer. Later wonnen het boeddhisme en taoïsme aan invloed, maar in de tiende eeuw na Christus was het Confucianisme weer staatsideologie. Dat bleef ze tot in 1912 het Chinese keizerrijk ten einde kwam. In China is ondanks het communisme het confucianisme op het niveau van het gezinsleven nooit weg geweest. De familiebanden zijn belangrijk. Kinderen hebben nog altijd een wettelijke verplichting om voor hun bejaarde ouders te zorgen.

Confucius heeft zelf geen geschriften nagelaten. De klassiekers van het confucianisme, zoals de Analecten, zijn boeken van zijn leerlingen. Confucius’ ideeën zijn na zijn dood voortdurend bestudeerd en geïnterpreteerd. Ook in Japan, Taiwan, Korea en Vietnam, waar de leer eveneens grote invloed kreeg. Er zijn verschillende stromingen, en wie wil kan met Confucius in de hand soms zowel een zaak bepleiten als tegen deze gekant zijn.

 

Back

The End of the Line