De tegenstellingen tussen Sparta en Athene

Met de Peloponnesische oorlog

 

Begin

Kwartierstaat Koos van Rijn
Grafische versie 1
Grafische versie 2

Grafische versie 3

Nieuws
2009
2010
2011

2012
2013
2014

Over Ons
Rembrandt

Onze honden
Reuen

Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen

In loving memory

Pups
Planning


Fotogallery
Nostalgisch Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk

Shows
Kopstudie

Wandelingen
Hoek van Holland 1
Hoek van Holland 2


Bron Newfoundlander
Newfoundland 
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet Dog2 
Lord Byron

Fokken 
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling embryo
FCI - Rasstandaard
Kynologische termen
Voeding
Afspeenmethode

Marskwa's adagiums

Genetica
Kleurvererving
HD-ED vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA: 
From where I am
Evolutie Theorie  
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek

Teek Care

De andere Passie
Odysseus
Sprookje 
Alexander de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch Realisme
Filosoferen over sex
Magna Graecia
Boeddhisme
Klimaat
 
Israël

Agape
Christus was een filosoof

Astrologie
Maanstanden

Links

Webcams HvH


 

 

Tubular World

De Griekse wereld was samengesteld uit honderden onafhankelijke stadsstaten. De twee grootste waren Sparta en Athene. Beiden verkregen de heerschappij over andere stadstaten.
Sparta verschilde sterk van Athene onder andere
qua opvoeding (SPARTAANSE), onderwijs,
krijgsmacht en bevolkingsopbouw.

Deze verschillen hadden te maken met de voorgeschiedenis van beide stadstaten.
Athene:
Na een lange periode van tirannie bundelde een aantal adellijke families in 510 voor Christus het verzet hiertegen. De laatste tiran verdween hierdoor. Cleisthenes van het adellijke geslacht van de Alcmeonieden ontpopte zich als leider van het volk en zette de politieke democratie van Athene op poten. In de periode van 500 tot 300 voor Christus groeide deze uit tot een radicale volksvergaderingdemocratie. Alle burgers kregen geleidelijk aan dezelfde rechten.

Sparta:
Sparta was in de “Donkere Tijd”* neergestreken in Laconië. In de "Donkere Tijd" werden door volksverhuizingen, Mycene en andere koninkrijkjes omvergeworpen.
Met de vernietiging van de Myceense paleizen was ook het paleisschrift* weggevallen. De weinige informatie over die tijd kwam uit het werk van de dichter Homerus. Homerus was een schrijver van heldendichten uit de achtste eeuw voor Christus. Zijn beroemdste werken zijn de "Ilias" en de "Odyssee", met historische elementen van zijn eigen tijd, van "de Donkere Tijd" en in mindere mate van de Myceense tijd*.
Omdat er verder geen informatie over deze tijd beschikbaar is werd deze tijd de "Donkere Tijd" genoemd. Aan het eind van de "Donkere Tijd" namen de Atheners het Fenicische alfabet over.

Sparta bloeide dankzij een systeem van onderdrukking van de kleine agrariërs en ambachtslieden. Rond 700-650 voor Christus onderwierp Sparta Messenie en de Messeniers Werden tot slaven (heloten) gedegradeerd. Zij moesten de grond bewerken voor de Spartaanse burgers.
De burgers bestonden louter uit de hoplieten ,zwaarbewapende mannen met volledig burgerrecht en de elite. De heloten (slaven) en de perioiken (bewoners van de randgebieden van Messenië en Laconië) hadden geen burgerrechten. Omdat de Spartanen voortdurend waakzaam moesten zijn ten opzichte van deze groepen werd de Spartaanse samenleving in de loop van de zevende eeuw militaristisch, een soort kazernestaat.

Bevolking:
Ik kan in het kort laten zien hoe de bevolking was opgebouwd in Sparta en Athene.


Deze plaatjes maken duidelijk dat de bevolking van Athene naar verhouding veel meer burgers telde dan Sparta en dat Sparta naar verhouding weer veel meer slaven telde.

Opvoeding:
De jongens van Sparta kregen allemaal dezelfde opvoeding en woonden vanaf hun zevende jaar samen in kazernes. Deze aanpak was nodig om de heerschappij van Sparta veilig te stellen.
De jongens werden opgevoed tot moedige en onvermoeibare strijders. Ook de meisjes beoefenden in het openbaar verscheidene takken van sport, zoals worstelen, discuswerpen en speerwerpen. Zij moesten hierdoor moeders worden met mannelijke eigenschappen, zodat er kinderen kwamen die die eigenschappen over zouden nemen

In Athene mochten de ouders zelf beslissen hoe ze hun kinderen zouden opvoeden. Het was daar ook niet ongebruikelijk om dit door anderen te laten doen. de stadsstaat bemoeide zich in Athene veel minder met de opvoeding dan in Sparta. Op 16-jarige leeftijd vond voor de jongens de overgang naar de volwassenheid plaats. Er volgde een periode van militaire oefeningen om zich voor te bereiden op het oorlogsbedrijf.

Onderwijs:
De jongens van Sparta kregen wel les in lezen en schrijven, maar deze lessen bleven beperkt tot het allernoodzakelijkste. Wel leerden de jongens veel gedichten uit hun hoofd. De gedichten van Homerus en Hesiodus* stonden in hoog aanzien, vooral als deze gedichten adviezen bevatten. Hesiodus waarschuwde bijvoorbeeld om niemand te vertrouwen "Als je een afspraak met je broer maakt. Haal er een getuige bij". Hij had een hekel aan de aristocratische manier van leven. Hij schreef een gedicht over het landleven dat het "Werken en dagen" heette, met veel adviezen voor boeren. Hij beïnvloedde de godsdienst van veel latere
Grieken.
De rest van de vorming van de spartaanse jongens bestond uit: goed leren gehoorzamen, verdragen van vermoeienis en leren overwinnen in het gevecht. Als de jeugd in Sparta ook maar het kleinste foutje maakte kreeg ze met de zweep.

Het onderwijs in Athene ontplooide zich in vrijheid en werd overgelaten aan particulieren. De lessen werden gegeven bij de leraar thuis en niet in een openbaar gebouw. Ouders met veel geld konden hun zonen laten studeren tot aan hun diensttijd.
Voor kinderen met arme ouders was de leertijd snel voorbij. Later kwamen er scholen in Athene waar onderwijs in letteren en muziek werd gegeven.
Vanaf het veertiende jaar kwam het accent te liggen op de gymnastische training.
De schoolopleiding werd afgerond met lessen in rekenkunde.
De kinderen uit gegoede families kregen vanaf de schoolleeftijd een eigen paidagogos. Dit was een slaaf van de ouders die het kind verder moest opvoeden.

De krijgsmacht:
Op 20-jarige leeftijd was iedere Spartaan in actieve dienst en hij bleef dit tot zijn dood of tot zijn 60ste. Het Spartaanse leger stond onder bevel van één van de twee koningen en het leger bestond voornamelijk uit hoplieten, Zij onderscheidden zich van alle andere Griekse militairen door de kleur van hun uniform en hun haardracht. Het leger had vrijwel geen cavalerie. Het enige zwakke punt van Sparta, in militair opzicht, was dat ze een gebrek aan mensen hadden.
De Atheense jeugd bereidde zich voor op het krijgsbedrijf door middel van sport. Elke Athener diende zijn land van zijn achttiende tot zijn zestigste jaar. Van zijn achttiende tot zijn twintigste ontving hij zijn militaire opleiding. Bij het begin van de Peloponnesische oorlog in 431 voor Christus had Athene het leger op de been 13000 zwaargewapenden, duizend ruiters, een territoriaal leger van 1400 epheben (18- ot 20-jarigen), 2500 veteranen (50- tot 60-jarigenen) 9500 immigranten.

*
De Donkere Tijd was van 1200 tot 800 voor Christus.
*
De Myceense tijd was van voor 1200 voor Christus.
*
Paleisschrift was de enige geschreven taal in die tijd.
*
Hesiodus was naast Homerus ook een belangrijke dichter van de achtste eeuw voor Christus

 Het begin van de Peloponnesische oorlog

Korte voorgeschiedenis:
In 490 voor Christus vochten de Perzen tegen Athene. Athene versloeg de oorlogsvloot van de Perzen bij de Griekse stad
Marathon ( daar komt de marathon vandaan ). Toen de Perzische koning Darius stierf, stuurde zijn zoon Xerxes een grotere vloot en een groter leger naar Athene.De Atheners vluchtten de stad uit.De Perzen kwamen in een verlaten Athene aan en verwoestten de stad. De Atheners hadden na de eerste aanval zelf in de loop der jaren een grote vloot opgebouwd en wisten door een slim aanvalsplan te winnen van de Perzische schepen bij Salamis, een eiland vlak achter Athene. In 479 voor Christus verloor ook het Perzische landleger de strijd tegen Ahtene.Hoewel de Perzen waren verslagen bleven ze nog altijd een bedreiging voor Athene en de Perzische koloniën in Griekenland. Daarom besloot Athene met de koloniën samen te gaan werken. In 478 voor Christus werd door deze partijen de Delische bond opgericht. Daarop zocht ook Sparta bondgenoten en richtten de Peloponnesische bond op. Deze bond bestond onder andere uit Macedonië en het grootste deel van Peloponnesus

Stand van zaken bij het begin van de oorlog:
In de vijfde eeuw voor Christus waren er dus twee machtsblokken in Griekenland: Athene en de Zeebond (of Delische bond) en Sparta en de Peloponnesische bond. De Zeebond was opgericht tegen de Perzische dreiging. Door de bijdragen van de bondgenoten aan de vloot van Athene ontwikkelde de bond zich tot een Atheens zeerijk.

De twee machtsblokken kwamen steeds meer met elkaar in conflict. Athene streefde naar de hegemonie in Griekenland en later het behouden daarvan. Sparta kon de Atheense alleenheerschappij niet dulden. Na een reeks van kleinere botsingen brak
in 431 voor Christus de grote peloponnesische oorlog uit. Athene had een betere vloot, maar Sparta had een beter landleger. De maritieme macht van Athene beheerste het gehele oostelijke Middellandse zeebekken. Het Spartaanse overwicht ter land berustte op de strenge opvoeding.

Thucidides:
De Athener Thucidides was een rijke beheerder van een goudmijn èn geschiedschrijver. Hij was Atheens strateeg tot 424 voor Christus. Buiten zijn schuld kwam hij met zijn vloot te laat om Amphipolis voor Athene te behouden en werd verbannen.Hij heeft de hele oorlog meegemaakt. Hierdoor kon hij de oorlog vanuit beide standpunten beschrijven. Zoals hij zelf zegt:"Ik was oud genoeg om de oorlog te begrijpen en ik schonk er mijn volle aandacht aan om alles nauwkeurig in mij op te nemen. Daarbij kwam dat ik na mijn commando bij Amphipolis twintig jaar in ballingschap buiten mijn vaderland moest leven en aandacht schonk aan de gebeurtenissen aan beide zijden, niet het minst, ten gevolge van die verbanning, aan de zijde van de Peloponnesiërs: Dit gaf mij rustig de tijd om mij goed op de hoogte te stellen".
Thucidides schreef over het begin van de oorlog: "Hiernu begint de oorlog van de Atheners en de Peloponnesiërs en hun wederzijdse bondgenoten waarin zij niet meer met elkaar verkeren tenzij door herauten. Toen de oorlog eenmaal was uitgebroken duurde hij zonder onderbreking voort. De gebeurtenissen zijn beschreven naargelang zij plaatsvonden ingedeeld in zomers en winters".
Vervolgens beschrijft Thucidides alle zomers en winters vanaf 431 voor Christus tot de zomer van 411 voor Christus.

Het verloop van de oorlog

het krijgsbedrijf:
Athene had de heerschappij ter zee en de Spartanen de heerschappij ter land. Sparta ontwikkelde in de loop der tijd het beste hoplietenleger. Deze hoplieten vochten zich liever dood dan een stap te wijken. Het warengoedgetrainde krijgers. Soms sloeg de vijand al op de vlucht bij het zien van de schilden met de omgekeerde "V". Die omgedraaide V was een "L" voor Lacedaemonië, Sparta's gewone naam.
Als hoplieten in een rij naast elkaar aanvielen noemde men dat een "falanx". een falanx was meestal acht rijen dik en beschermd door een muur van schilden.

Het zwakke punt was dat er zo weinig hoplieten waren en hun aantal snel uitdunde van 5000 in 479 voor Christus tot 700 in 371 voor Christus. De Spartanen hadden vrijwel geen cavalerie Athene daarentegen had een groot leger op de been toen de oorlog begon.

Het verloop van de oorlog tijdens bewind van Pericles en zijn opvolger:
In deze periode werd het bewind over Athene gevoerd door Pericles, een adellijke strateeg.
De Spartanen beheersten op dat moment zuidelijk en centraal Griekenland, Athene controleerde de eilanden en de kusten in het noorden en oosten van de Egeische
Perikles had door zijn grote spreekvaardigheid het volk snel voor zich gewonnen. Hij begon de Zeebond goed te organiseren waardoor Athene nog machtiger werd.
Bovendien haalde hij de Bondskas, die tot dan toe op het eiland Delos had gestaan, naar Athene.Als argument gebruikte hij, dat ze de kas daar beter zouden kunnen bewaken.
Dit was de directe aanleiding voor Sparta om in 431 voor Christus de oorlog te bginnen
Perikles vond dat het beter voor Athene was om machtiger te worden omdat je je dan beter tegen vijanden kunt beschermen. Hij adviseerde de Atheners de strijd te ontwijken.
Zijn beleid heeft groot succes gehad. Tijdens zijn regeerperiode is Athene tot grote bloei gekomen.
Tussen 457 en 445 liet hij de Lange Muren bouwen. Deze muren liepen van de haven van Athene naar Athene zelf. Op die manier was de haven, ook in tijd van oorlog, altijd te bereiken. Om de boeren te beschermen, die buiten de Lange Muren woonden, evacueerde Perikles hen en liet ze zolang tussen de Lange Muren wonen.
In 431 trokken de Spartanen Attika binnen en verwoestten de boerderijen.
De Atheners vielen de Spartanen niet aan, maar Perikles liet de Atheense vloot de Spartaanse kusten plunderen. In de winter moesten de Spartanen zich wegens voedseltekort
terugtrekken. De boerderijen en olijfbomen waren immers door hen vernietigd.
De Attische boeren konden weer terug naar hun land om hun boerderijen te herbouwen.
Het tweede oorlogsjaar verliep als het eerste: de boeren trokken vanuit Attika naar de Lange Muren en de Spartanen deden weer hun verwoestende werk.
Toen brak de pest uit in Athene, tussen de boeren die op elkaar gepakt zaten tussen de Lange Muren. Een groot deel van de Atheners werd in een paar jaar door de ziekte getroffen en gedood.
De vijanden van Perikles gaven Perikles de schuld en hij werd voor de rechter geleid en veroordeeld tot een hoge geldboete. Bovendien werd hij afgezet als strateeg. Vanaf toen ging het slechter met Athene. De stad begon zijn eenheid te verliezen. De Atheners wilden Perikles terug als strateeg en Perikles stemde toe. In 429 voor Christus stierf ook hij aan de pest.
Na zijn dood werd hij opgevolgd door Cleon, die zijn beleid voortzette, maar met minder succes.
In 425 voor Christus nam Athene 120 Spartanen gevangen op het eiland Sphakteria. Sparta moest hierdoor de aanvallen op het Atheense thuisland stopzetten en stuurde een leger naar het noorden van het Egeische zeegebied. Daar werden belangrijke Atheense bezittingen ingenomen, die geruild werden tegen de gijzelaars. In 424 voor Christus wisten de Spartanen de bondgenoten aan de Macedonische kust te bewegen tot beëindiging van de samenwerking met Athene en in 422 voor Christus volgde de nederlaag bij Amphipolis waar zowel de Spartaanse bevelhebber Brasidas als Cleon sneuvelde. In 421 voor Christus werd vrede gesloten. Tussen 415 en 413 voor Christus werd de strijd hervat. Toen probeerde Athene Sicilië in te nemen. Twee vloten met 40.000 man aan boord namen bijna Syracuse, de hoofdstad in. Athene kwam deze slag niet meer te boven.

"Intussen ondervonden de beide legers op de kust, zolang de slag op zee nog onbeslist bleef, grote spanning en psychische onzekerheid. De inheemsen hunkerden naar de overwinning die hun roem nog zou vergroten, de aanvallers vreesden, dat hun lot nog droeviger zou worden dan het al was. Voor de Atheners hing immers alles van hun vloot af, daarom was hun angst voor de toekomst ongeevenaard groot en door het wisselvallig karakter van wat zich voor hun ogen voltrok, konden zij niets anders dan een wisselende indruk van de zeeslag krijgen vanaf hun positie op de kust. Het schouwspel was vlak voor hen, maar ze keken niet allen tegelijk naar hetzelfde punt. Zij die ergens hun eigen mensen aan de winnende hand zagen, vatten moed en begonnende goden te smeken hun deze kans op redding niet te ontnemen, maar de anderen zagen juist een nederlaag en zij jammerden en schreeuwden, meer nog verslagen door wat zij voor hun ogen zagen gebeuren dan degenen die zelf aan het gevecht deelnamen, Weer anderen die juist de blik gericht hadden op een scene waar de strijd nog onbeslist was, verkeerden door deze aanhoudende onzekerheid in een afschuwelijke staat, zodat zelfs de bewegingen van hun lichamen in doodsangst hun hoop of wanhoop weerspiegelden, want steeds waren zij op de rand van redding of ondergang".

Dit was Thucydides' beschrijving van een beslissende episode uit de voor de Atheners rampzalig verlopen Silicaanse veldtocht(415-413 voor Christus).

Het einde van de Peloponnesische oorlog.

Athene verspeelde de absolute macht in het Middellandse zeegebied door strategische fouten en de komst van een Spartaanse legermacht.
In 413 voor Christus werd het hele Atheense leger vernietigd.
Hierna hervatte Sparta de oorlog in Griekenland. Met behulp van Perzië bouwde Sparta een grote vloot.
Rijke lieden in de onderworpen staten zagen hun kans schoon het Atheense juk af te werpen. In een laatste grote krachtsinspanning wist Athene in 406 voor Christus bij de Arginusen de grootste zeeslag uit de Griekse geschiedenis te winnen, maar toen de strategen wegens het niet redden van schipbreukelingen terecht gesteld werden, was het met Athene gedaan.
De Spartaanse vloot veroverde in 405 voor Christus de Atheense marine en blokkeerde de graanschepen die Athene van voedsel voorzagen. In 404 voor Christus gaven de verhongerde Atheners zich na een beleg van vijf maanden over. Het rijk werd door de Spartanen overgenomen.

Hoe het verder ging:
Toen Sparta Athene veroverde in 404 voor Christus waren de rijken blij met hun vrijheid.
De Spartanen sloopten de lange muren die Sparta 50 jaar lang verhinderd hadden Athene te omsingelen en af te sluiten. Ze verwoestten de stad niet, met het oog op de groeiende macht van Thebe. Wel werd de zeebond ontbonden en de democratie afgeschaft.
Er vonden massamoorden plaats onder de democraten. Er kwamen overal regeringen die Sparta welgezind waren. Al snel kwamen er problemen. De Spartaanse ambtenaren hadden onderling ruzie en deden elkaars werk teniet.
Zelfs de bondgenoten van Sparta voelden zich beledigd toen in 328 voor Christus een Spartaans leger de heerschappij over de stad Thebe overnam , in vredestijd.
Sparta had nog steeds een te kleine bevolking. Verschillende legertjes werden in het buitenland in de pan gehakt, waarbij veel Spartaanse commandanten werden gedood.
Ook Lysandros, die in 405 voor Christus de Atheense vloot overwonnen had, vond de dood. Vanwege het tekort aan manschappen kregen vrouwen toestemming belangrijke openbare besluiten te nemen. In het begin van de vierde eeuw werd Athene weer onafhankelijk en trok zelfs weer tegen Sparta ten strijde.
Pogingen om hun rijk te herstellen mislukten, doordat hun bondgenoten nu beter opletten. Veel Atheners waren bovendien van mening dat ze geluk hadden gehad dat Sparta in 404 voor Christus niet de hele stad met de grond gelijk hadden gemaakt. Als ze nu weer zo'n dreigende heerschappij opbouwden en weerd oor Sparta verslagen werden, hoefden ze niet meer op genade te rekenen.

Back



The End of the Line