Een Darwinnistische evolutietheorie

 


Begin

Kwartierstaat Koos van Rijn
Grafische versie 1
Grafische versie 2

Grafische versie 3

Nieuws
2009
2010
2011

2012
2013
2014

Over Ons
Rembrandt

Onze honden
Reuen

Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen

In loving memory

Pups
Planning


Fotogallery
Nostalgisch Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk

Shows
Kopstudie

Wandelingen
Hoek van Holland 1
Hoek van Holland 2


Bron Newfoundlander
Newfoundland 
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet Dog2 
Lord Byron

Fokken 
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling embryo
FCI - Rasstandaard
Kynologische termen
Voeding
Afspeenmethode

Marskwa's adagiums

Genetica
Kleurvererving
HD-ED vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA: 
From where I am
Evolutie Theorie  
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek

Teek Care

De andere Passie
Odysseus
Sprookje 
Alexander de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch Realisme
Filosoferen over sex
Magna Graecia
Boeddhisme
Klimaat
 
Israël

Agape
Christus was een filosoof

Astrologie
Maanstanden

Links

Webcams HvH

 


Enya : Lord of the Rings

Hoe werkt evolutie ?

 

Voor het eerst hebben evolutiebiologen waargenomen hoe honden door de generaties heen geleidelijk een andere snuit krijgen doordat hun genen zwellen of juist krimpen. Een diepzinnige ontdekking, die heel nieuw licht werpt op een van de grootste vragen van allemaal: hoe werkt evolutie?

Honderdtwintig jaar na Darwin heeft de evolutie nog altijd verrassingen in petto. Eindelijk denken onderzoekers te begrijpen hoe het komt dat dier- en plantensoorten soms opeens razendsnel van gedaante veranderen. Ons DNA blijkt daarvoor een ingenieuze truc te hebben: als de nood aan de man is, maken we gewoon onze genen een beetje langer of korter.

Zo werkt het in elk geval bij honden, schrijven twee evolutiebiologen deze week in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). John Fondon en Harold Garner van de Universiteit van Texas vergeleken van 92 hondenrassen de skeletkenmerken met hun DNA. En wat bleek: de vorm van hun snuit houdt verband met de lengte van bepaalde slierten letterherhalingen in hun DNA. 



Links is van de Bull Terrier en rechts van de Newfoundlander, van boven naar beneden.
Exemplaren uit: 1931, 1950, 1976 en 1926, 1964, 1971



Sint Bernhard schedel uit 1850, 1921,1967

 

De hond is een evolutionair raadsel. Alle nu levende rassen stammen af van één oerhond die nog maar vijftien- tot honderdduizend jaar geleden leefde. Van tekkel tot terriër, en van hazewind tot herder - de hond is in een mum van tijd opgesplitst in honderden totaal verschillende rassen.

De gebruikelijke verklaring is dat evolutie wordt aangedreven door willekeurig verspringende DNA-lettertjes, bijvoorbeeld tijdens de celdeling. Maar dat proces gaat veel te langzaam om het bestaan van hondenrassen te verklaren. Daarvoor moeten er complete genen veranderen.

Misschien vinden de kopieerfoutjes daarom wel plaats tussen de genen in, in de zogeheten 'regulerende gebieden' van het DNA, denken veel biologen daarom. Dat zijn de genetische schakelaars en volumeknoppen die de werking van de genen regisseren. Subtiele letterwijzigingen en kopieerfoutjes zullen daar grotere gevolgen hebben.

Maar volgens Fondon en Garner zit het helemaal anders. De meeste genen bevatten eindeloze slierten zich herhalende DNA-letters. En met die slierten blijken genen zichzelf te kunnen uitrekken en inkrimpen
Er kmen dan gewoon wat herhalingen bij of er vallen er wat weg
met directe
gevolgen voor het lichaam van dier in kwestie.

Als bewijs noemen de onderzoekers het geval van de Pyrenese berghond. Dat witte dier heeft een eigenaardigheid: aan zijn achterpoten heeft hij twee hubertusklauwen, tenen uit zijn 'pols'. In PNAS brengen de onderzoekers die curiositeit in verband met een genetische afwijking. In een van zijn slierten repeteer-DNA eeft de Pyrenese berghond namelijk 51 letters DNA-code minder, als enige hond ter wereld.

Als klap op de vuurpijl wisten Fondon en Garner één Pyrenese berghond te achterhalen met 'gewone' achterpoten. Met spreekwoordelijke rode oren analyseerden de onderzoekers het DNA van de hond. En inderdaad: de hond had de 'normale', lange variant van het gen.

Vervolgens besloten de onderzoekers de zaken grondig aan te pakken. Ze richtten zich op 'Runx-2', een gen dat bij mens en dier gaat over de vorming van schedelbotten. Bij mensen zit er in Runx-2 een opvallende sliert herhaal-DNA: 23 keer de letters CAG, gevolgd door zeventien maal de letters GAT. Dat komt neer op CAG, CAG,  CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG CAG GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT GAT, telt u maar na.

Fondon en Garner telden de sliert repeteer-DNA bij 124 honden, waaronder een aantal levende, én een aantal dode exemplaren uit het museum. Die gegevens vergeleken ze met de schedelvorm van de dieren. En dat had resultaat. Hoe groter het aantal CAG's ten opzichte van het aantal GAT's, des te krommer en langer de snuit van de hond in kwestie. Maar er waren er meer dan anderhalf keer zoveel CAG's als GAT's, dan hoorde dat juist weer bij een kortere neus. 

Misschien is het oprekken en inkrimpen van genen wel de belangrijkste drijvende kracht achter de evolutie, opperen de onderzoekers. Herhaalslierten komen immers in haast alle genen voor. En het zijn de 'glibberigste' plekken, de plaatsen waar bij het overschrijven van het DNA tijdens de celdeling het snelst kopieerfoutjes worden gemaakt.

Als dat vervolgens inderdaad doorwerkt in zulke tastbare zaken als langere neuzen, extra tenen of krommere snuiten, heeft dat misschien grote gevolgen. Als de omstandigheden zodanig veranderen dat een langere neus of een extra teen gewenst is, dan kan het DNA als het ware 'op bestelling' leveren door de genen wat langer of korter te maken.

Het ligt voor de hand: de mens is vast geen uitzondering. Repeteer-DNA zit immers óók in genen die gaan over hersenontwikkeling. "We hebben aangetoond dat de herhalingen waarschijnlijk verantwoordelijk zijn voor het snelle ontstaan van fysieke kenmerken", aldus Garner. 
"Honden zijn in
allerlei vormen en vaardigheden gefokt om de mens te plezieren. Daardoor konden ze beter overleven.
Ook de mens
heeft in zeer korte tijd iets gekregen waardoor hij beter kon overleven: zijn grote hersenen".

Maarten Keulemans, John W. Fondon en Harold Garner: "Molecular origins of rapid and continuous morphological evolution". In: PNAS early edition, 10.1073/pnas.0408118101 (2004).

 

The End of the Line commentaar !

 

Zo blijven we toch nog met een aantal vragen zitten.
In de loop der jaren zijn er door de mens een hoop nieuwe rassen gecreëerd. Om er een paar te noemen, de Sint Bernhard die van oorsprong kortharig is en door er de Newfoundlander mee te kruisen is de langharige Sint Bernhard ontstaan.

Zo ook is de Newfoundlander ingekruist bij de Leonberger en zal daardoor zijn DNA-invloed hebben achter gelaten. het zijn drie verschillende rassen met een ander anatomie en schedel opbouw van, spits en smal "Leonberger", naar brede schedel met korte snuit "Sint Bernhard" en de newfoundlander die daar tussenin zit. Maar ook bij ieder ras op zich heb je onderlinge verschillen in schedel en snuitgrootte en daar kan je gericht op fokken.

Dus of je hier nu ove een evolutie kan praten zeg ik nee, maar de evolutiebiologen Fondon en Garner heben wel de ontwikkeling van het proces van de genen door middel van de slierten repeteerDNA "uittrekken en krimpen" en in het bijzonder van et scedelgen Runx-2 aangetoond en dat is wel revolutionair binnen de evolutietheorie.

Zo heb ik wel mijn twijfels over het opmerkelijke (curiositeit) verhaal van de Pyrenese berghond en de hubertusklauwen (wolfsklauwtjes) als enige hond/ras ter wereld.



Nu ken ik de Newfoundlander Reu Bruder Ludvig Bär vom Gelderland die in heel wat nesten "in de periode 1998-2006" hubertsklauwtjes heeft gegeven, die werden gelijk na de geboorte er afgeknipt.



De Conclusie zou dus kunnen zijn dat het hier dus ook om een genetische afwijking gaat,
 met een gemis van de 51 letters DNA-code ( suggestief ).

Of zou het misschien wel eens recessief vererfbaar zijn waardoor de beide ouders drager zijn, om een leider van de wolfsklauwtjes voort te kunnen brengen ?

Of
moeten we hier onze vraagtekens bij het onderzoek zetten ?

Of zijn mijn hersenen nog niet groot genoeg ?

 
Wikipedia zegt hierover :

Een hubertusklauw, ook wel wolfsklauw, is een rudimentaire vijfde teen aan de binnenzijde van de achterpoot van een hond. De term wolfsklauw is minder juist omdat deze teen bij wolven niet voorkomt. Ook veel honden worden zonder hubertusklauwen geboren, eigenlijk gaat het om een erfelijke afwijking.

De hubertusklauw zit net boven de voet en bestaat vaak alleen nog uit een nagel en één of enkele teenkootjes zonder normale verbinding met de poot. De nagel kan echter behoorlijk lang worden en in struiken of aan hekwerk blijven haken. Daarom wordt meestal geadviseerd deze klauwtjes tijdens de eerste drie dagen na geboorte te laten amputeren. Zo niet, dan zal de nagel geregeld geknipt moeten worden.



Icelandicscheepdog

Sommige rasstandaarden staan geen hubertusklauw toe, andere standaarden bevelen aan de teen te verwijderen. Bij enkele, meest Franse, rassen daarentegen wil men niet slechts een enkele, maar zelfs dubbele hubertusklauwen zien. Een voorbeeld hiervan is de Briard. Ook het herdersras uit Catalonië, de Gos d'Atura Català heeft een dubbele hubertusklauw.

Met het Engelse dew claw wordt niet alleen de vijfde teen aan de achterpoot, maar ook de normale vijfde teen aan de voorpoot bedoeld. Het is beslist niet gewenst deze teen te verwijderen.  

 

The End of the Line