Niemand
weet wat God is. Het is een woord, zegt Frédéric Lenoir.
Volgens de
Franse filosoof, socioloog en godsdiensthistoricus is het niet zomaar
een term, maar een „woord dat ons in staat stelt om te praten over
iets wat we niet kennen, een woord dat niet naar iets concreets
verwijst.
Lenoir
(1962) woont en werkt in Parijs, heeft een buitenhuis in de bossen van
Fontainebleau, is hoofdredacteur van
Le monde des religions,
schreef romans, boeken over religie en filosofie,
scenario’s voor
stripverhalen en is een graag geziene gast in Franse tv-programma’s.
Zijn boek ’Le Christ philosophe’ deed in Frankrijk
stof opwaaien en
verschijnt maandag 27-10-2008 in een Nederlandse vertaling.
De
Franse boektitel – letterlijk: Christus-filosoof – bedoelt Lenoir
provocatief. „Ik wil reacties uitlokken.
Jezus was geen filosoof in de
strikte zin van het woord, want hij baseerde zijn wijsheden
niet op de menselijke
rede, maar op God.
God valt nu juist bij uitstek niet met de rede te begrijpen. Je gelooft in God, maar je weet hem niet.
Wetenschappelijk
bewijs voor Gods bestaan is er niet en ook met de rede komen wij mensen
er niet dichter bij.
Toch zijn Jezus’ woorden ook voor
niet-godsdienstigen interessant, vindt Lenoir.
„Want het christendom
is meer dan een religie.
Het is een humanisme. De waarden die Jezus in
het Nieuwe Testament verdedigt, gelden voor iedereen. Onze samenleving
is er volledig op ingesteld, alleen wordt Jezus’ boodschap helaas niet
door iedereen even goed gehoord.
Dat
klinkt als bekeringsijver.
„Die
heb ik niet. Ik ben geen christen, ik ben filosoof.”
Spreekt
dat elkaar tegen?
In
essentie wel. Ik baseer mijn handelen niet op een
geloof, maar op mijn
rede.
De inspiratie om de dingen zo te doen als ik ze doe, haal ik dus
ergens anders vandaan dan een christen.
Wat
inspireerde u tot het schrijven van dit boek?
Ik
wilde me mengen in het Europese debat over de rol van het christendom
bij de vorming van onze identiteit en de discussie over de rol
van het
christendom in onze geschiedenis. Aan een kant heerste de opvatting dat
het christendom een determinerende rol heeft gehad voor wie wij nu zijn,
aan de andere kant is er in de geschiedenis vaak tegen de kerk gestreden
om de moderne individuele waarden, zoals gelijke rechten voor
iedereen,
gelijkheid tussen mannen en vrouwen en vrijheid van
meningsuiting, te
behouden of te bevrijden. De Verlichting was zo’n moment.
Vrijheid,
gelijkheid en broederschap stonden hoog in het vaandel en werden
bevrijd
uit de
klauwen van de kerk die het individu onderdrukte.
De
belangrijkste vraag is of we dankzij of ondanks het christendom die
waarden hebben weten te behouden.
Maar zo zwart wit ligt het niet, het
antwoord op die vraag is veel complexer.
Wat
is uw antwoord?
Kort
door de bocht: dat Jezus’ ideeën over de mens en de
menselijke
waarden volledig overeenkomen met die van ons nu. Jezus was een
revolutionair in zijn tijd. Hij maakte het individu belangrijk en zette
zijn belang boven dat van de groep. Hij was de eerste die dat deed,
alhoewel de stoïcijnen in het Oude Griekenland ook al pleitten voor
gelijkheid tussen mensen. Jezus noemde iedereen een kind van
God.
Daarmee benadrukte hij de individuele relatie tussen de mens en God.
Omdat Jezus het oordelen aan God overlaat, is iedereen
vrij om de
relatie met Hem aan te gaan , of
niet aan te gaan. Omdat iedereen
dezelfde vader heeft, is iedereen familie van elkaar en dus gelijk.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap.
De
waarden die voor de Verlichting
juist onderdrukt
werden door de kerk.
Ja,
in de geschiedenis is het christendom vaak
misbruikt door geestelijken
om macht uit te oefenen over het volk.
In naam van het christendom zijn
mensen vermoord, veroordeeld en onderdrukt, en dat heeft dus
helemaal
niets meer met Jezus’ leer te maken.
In
hoeverre hebben onze waarden dat nu dan nog wel?
„Vanaf
de Renaissance koppelden verschillende denkers Jezus’ ideeën aan de
rede.
Neem
Erasmus ( Rotterdam 1466 n.Chr ). Hij was katholiek en tegelijkertijd door en door antiklerikaal
én filosoof.
Hij wilde de essentie van het christendom toegankelijk
maken in een humanistisch plan
en sprak in een brief aan Paul Volz over
de filosofie van Christus.
Door denkers zoals Erasmus werden de grote
ethische principes ineens universeel,
omdat het
religieuze aspect eruit
verdween.
Jezus’
principes werden universele wetten die later de basis
vormden voor de
Universele verklaring
van de rechten van de mens. Gebaseerd op de
rede
en niet op God.’
Maar
Jezus baseerde zich wel op God.
Ja,
en hij noemt God een bron van liefde waaruit je kunt putten.
God is
liefde, zegt Jezus. Liefde voor je naasten omdat ze gelijk zijn aan jou.
Echte, authentieke, open, liefde die maakt dat je iedereen respectvol
behandelt. Agape
in het Grieks , een woord dat in het Nieuwe
Testament pas voor het eerst zo voorkomt. Of je anderen nu met respect
behandelt omdat je gelovig bent, of omdat je je baseert op de
mensenrechten of de rede, maakt voor het gevolg natuurlijk
niets uit.
Jezus behandelt iedereen, ook vrouwen trouwens, als gelijken. Dat is
humanistisch.
Zijn leer richt zich in de eerste plaats op de
ander.
Op
respect voor het anders
zijn van de ander en een liefdevolle
omgang met
de medemens.
De relatie tot God maakt hij persoonlijk en scheidt daarmee
religie van de politiek.
Mensen moeten elkaar niet
onderdrukken in naam
van religie, maar van elkaar houden in naam van
God.
Dat is zijn boodschap.
Wat
is uw boodschap?
Dat
we de plank misslaan zolang we in het publieke debat de nadruk
blijven
leggen op de kloof tussen gelovigen en
ongelovigen. Er is geen kloof
tussen christenen en niet-christenen, moslims en niet-moslims.
De
ware
kloof
ligt tussen mensen die de mens respecteren en mensen die dat
niet
doen.
Tussen humanisten en niet-humanisten.
Christus
was de eerste humanist.
Frédéric
Lenoir: De filosofie van Christus. Het christendom is meer dan een
religie.
Uitgeverij Ten Have/Van Halewyck, 272 blz. € 19,90, ISBN
9789079001132.
|