Voeding


 

 

 


Begin

Kwartierstaat Koos van Rijn
Grafische versie 1
Grafische versie 2

Grafische versie 3

Nieuws
2009
2010
2011

2012
2013
2014

Over Ons
Rembrandt

Onze honden
Reuen

Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen

In loving memory

Pups
Planning


Fotogallery
Nostalgisch Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk

Shows
Kopstudie

Wandelingen
Hoek van Holland 1
Hoek van Holland 2


Bron Newfoundlander
Newfoundland 
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet Dog2 
Lord Byron

Fokken 
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling embryo
FCI - Rasstandaard
Kynologische termen
Voeding
Afspeenmethode

Marskwa's adagiums

Genetica
Kleurvererving
HD-ED vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA: 
From where I am
Evolutie Theorie  
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek

Teek Care

De andere Passie
Odysseus
Sprookje 
Alexander de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch Realisme
Filosoferen over sex
Magna Graecia
Boeddhisme
Klimaat
 
Israël

Agape
Christus was een filosoof

Astrologie
Maanstanden

Links

Webcams HvH


 



 

 

 


 

 

 





 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 


 


En de invloeden van het milieu op :
HD en ED


Carpenters : For All We Know




Dr. Kealy verrichtte een heel interessant onderzoek met
20 Labrador-paren. [1] Per paar ging het om 2 nestgenoten van hetzelfde geslacht, die samen in één kennel waren gehuisvest. Eén van de twee mocht zoveel eten als hij/zij wilde, terwijl de ander 2/3 van die hoeveelheid kreeg. Met regelmatige tussenpozen werden alle honden gewogen en geröntgend. De honden die onbeperkt mochten eten bereikten een gemiddeld lichaamsgewicht van 32 kg, hun nestgenoten die de beperkte hoeveelheid voedsel kregen bereikten een gemiddeld gewicht van 23 kg, terwijl alle honden dezelfde beenlengte hadden. De losheid van de heupen (uitgedrukt met de Norbergwaarde) en de mate van osteophytenvorming (osteoarthrose) was bij de ongelimiteerd gevoerde honden groter dan bij de beperkt gevoerde honden. Voor Duitse Doggen grootgebracht op voer met veel mineralen, vitaminen en energie toonde dr. Hedhammar aan dat bij onbeperkt gevoerde honden het modelleren van kop en hals van dijbeen achterbleef vergeleken met beperkt gevoerde nestgenoten, waardoor de kop slechter in de kom past. [2] Dr. Kasström toonde voor nesten van Duitse Herders, Golden Retrievers en Labrador Retrievers aan dat onbeperkte voeding leidde tot frequentere en zwaardere HD dan gevonden werd bij beperkt gevoerde nestgenoten. De uiteindelijke heupscore had meer te maken met voeding en gewichtstoename dan met losheid van het gewricht bij de jonge hond. [3] In Utrecht werd aangetoond dat bij Duitse Doggen grootgebracht op voer met een hoog calciumgehalte, de kraakbeenkernen in de elleboog op latere leeftijd verbeenden dan het geval was bij honden die opgroeiden met een gebalanceerd voer met een lager calciumgehalte. [4] Ook afwijkingen in de lengtegroei van het spaakbeen en de ellepijp, waardoor EI ontstaat, werden vaker gevonden bij Duitse Doggen die te veel calcium kregen. Tevens werden stoornissen in kraakbeentransformatie (OCD) vaker geconstateerd bij Duitse Doggen die opgroeiden met een calciumrijk voer dan bij nestgenoten met een gebalanceerd dieet. [5] Bij honden van kleine rassen veroorzaakte een hoge mineraalopname niet de skeletstoornissen die we bij de grote rassen wel zien. [6] Ook voeding met een  hoog vitamine-D-gehalte kan leiden tot symptomen van OCD en/of verstoorde groei van spaakbeen of ellepijp.

Conclusie


Hou je aan de waarde die op de zak voer vermeld staat , 
dus ook geen eiwitrijke kauwlekkernijen er tussen door, totdat de hond volwassen is ( 1,5 Groei-jaar ).

Een goede voeding heeft een hoge calorische waarde.
Daarbij is de enzymewerking heel belangrijk: deze ondersteunt de darmflora en helpt het voer makkelijker te verteren.
Een goede voeding kunt u uittesten door te letten op de te voeren
hoeveelheid en de hoeveelheid ontlasting.
Dus: goed voer is een voeding, waarvan u uw hond weinig hoeft te voeren en waarvan uw hond weinig ontlasting heeft.


Resumerend
: snelgroeiende honden kunnen HD en/of ED ontwikkelen wanneer ze worden grootgebracht op een mineralen- of vitaminenrijke voeding, of zelfs als ze een overdadige hoeveelheid gebalanceerd voer krijgen, terwijl ras- en zelfs nestgenoten die met correcte voeding.worden grootgebracht géén HD of ED krijgen. Hondenvoer met de optimale hoeveelheid mineralen, vitaminen, eiwitten en koolhydraten schept de basis voor een normale kraakbeenontwikkeling, voor verbening van het kraakbeen, en voor definitief modelleren van de beenderen. In vroeger tijden, toen er nog geen puppyvoer beschikbaar was met een lage mineraal- en energiebalans, adviseerden dierenartsen om puppies een voer voor volwassen honden te geven, om zo de opname van mineralen, vitaminen en energie te beperken. Maar de TOEN lagere energiewaarde van het voedsel dwong de pup om meer grammen van dat 'volwassen' voer te eten. Daardoor kwam ook de dagelijkse opname van mineralen en vitaminen boven de optimale hoeveelheid uit, waardoor skeletstoornissen zoals HD en ED onopzettelijk gestimuleerd werden.
Recent
onderzoek heeft uitgewezen dat honden van reuzenrassen die grootgebracht worden op een gebalanceerd dieet met maximaal 0,8 tot 1% calcium (% van droge stof) zowel een versneld proces van botvernieuwing kennen als een niet-verstoorde kraakbeengroei en verbening van het kraakbeen. In combinatie met een verminderde energieopname ( dus niet meer/ te veel geven als de voedertabel +/- aangeeft ) schept dit voer de optimale omstandigheden voor een ongestoorde skeletontwikkeling.

De ervaring heeft ons geleerd dat een Newfoundlander niet gebaat is bij een te hoog eiwitgehalte vanaf 22% ( de minimale dosering voor de hond ), maar het
GOEDE vetgehalte voor de vachtopbouw/energie erg belangrijk is. Dus de combinatie van niet teveel eiwit en een goed vetgehalte, plus
calcium
niet hoger dan 1% , plus een gepaste vitamine A/D3 = 10 : 1 zijn bepalend voor een gelijkmatige groei en een goede vachtstruktuur , hieronder staan dan ook een achttal voorbeelden waar je een keuze uit kunt maken met de wetenschap van de hierboven onderbouwde theorie en dan zie je het verschil in calcium en de Kilocalorieën van b.v Magnusson ( 1,2 calcium/3555 Kcal ) t.o.v Cavom ( 1%,/4200 Kcal ) waardoor de kans ontstaat dat je dus weer meer moet gaan geven om aan de nodige energiewaarde moet komen met als gevolg dat ze dus na verhouding weer te veel vitamine en mineralen opnemen.

Met deze wetenschap is de kans op  groeipijnen "enostosis" nihiel.

Dus trek je plan.
Hierbij wel de vermelding dat een geperste brok de voorkeur geniet, boven een geëxpandeerde brok i.v.m het voorkomen van Dilatatie ( zie link ) uitzetten van de brok in de maag bij water inname .


Fokker Puppy/Junior ( L)
28% eiwit, 16% vet, 0,8% calcium 0,65%,phosphor, 1300 IE/kg D3, 15kg = 53 Euro, 3705 Kcal 
Fokker Puppy/Junior  L ( Large Breed ) is een Nederlands Topvoer op wetenschappelijke basis voor puppy / juniorhonden met 0,8% calcium op kip en rijst basis , 16% goed vet voor de hooge energiewaarde voor een redelijke prijs, was getekend : kennel The End of the Line.
Geëxpandeerde brok


Eukanuba Puppy & Junior Grote Rassen

26% eiwit, 14% vet, 0,8% calcium, 0,63% phosphor, 920 IE/kg vitamine D3, 15kg = +/- 65 Euro, 4138 Kcal
Geëxpandeerde brok


Henne Optimal

26% eiwit, 17% vet, 0,9% calcium, 0,8% phosphor, 1200 IE/kg vitamine D3, 15kg = +/-54 Euro, 3650 Kcal
Geëxpandeerde brok


Smolke Junior
Maxi

24% eiwit, 13% vet, 0,9% calcium, 0,8 % phosphor, 1400 IE/kg vitamine D3, 15 kg = +/- 40 Euro, ?Kcal
Geëxpandeerde brok


Farmfood

24% eiwit, 15% vet, 1% calcium, 0,8% phosphor, 1250 IE/kg vitamine D3, 15kg = 40 Euro, 4145 Kcal
Geperste brok


Cavom/Pup-Junior
26% eiwit, 16,5% vet, 1% calcium, 0,8% phorsphor, 1600 IE/Kg vitamine D3, 20Kg  = +/-  33,5  Euro, 4200 Kcal
Geperste brok


De onderste twee voeders zit dus
teveel calcium in voor een pup/junior hond ( tot 15/18 maanden).



Magnusson Junior

26% eiwit, 14% vet,  1,2%  calcium, 0,9% phosphor, 1200 IE/kg vitamine D3 , 15kg = +/-40 Euro, 3555 Kcal
Geëxpandeerde  brok
 

Prins procare Superbrok

25% eiwit, 17% vet, 1,3%  calcium, 0,9 % phosphor, 1500 IE/kg vitamine D3 , 15kg = +/-40 Euro, 4090 Kcal
Geperste brok


Versvlees

De verhouding "versvlees en/of vuile pens" t.o.v Farm Food is 2,3 : 1. Dus 230 gram 3 : 1. Dus 230 gram "compleet versvlees" is gelijk aan 100 gram FARM FOOD H.E. ( High Energie ). Let wel; dit is een richtlijn. Het verschil tussen de merken "versvlees"  varieert, van het ene merk "versvlees" moet dit is een richtlijn. Het verschil tussen de merken "versvlees"  varieert, van het ene merk "versvlees" moet dit is een richtlijn. Het verschil tussen de merken "versvlees"  varieert, van het ene merk "versvlees" moet dit is een richtlijn. Het verschil tussen de merken "versvlees"  varieert, van het ene merk "versvlees" moet meer worden gegeven dan van het andere merk.
 


Puppymelk Farmfood No,1

Farm Food No.1 bevat hoofdzakelijk volle geitenmelkpoeder aangevuld met diverse ingredienten om het een perfecte puppymelk te maken. De keuze voor volle geitenmelkpoeder is gemaakt omdat geitenmelk van nature voor pasgeboren kleine zoogdieren een veel betere samenstelling heeft dan koemelk. Het is lichter verteerbaar, heeft vele darmstimulerende en darmbeschermende factoren en komt, zowel in aminozuurpatroon als in vetzuurpatroon, vrijwel overeen met de moedermelk.

Farm Food No.1 wordt ondertussen door vele fokkers en asiels gebruikt.

Bij iedereen kwam tijdens hun test Farm Food No.1 (in vergelijking tot wat ze daarvoor gebruikten) 
als beste uit de bus!
Dit geldt zowel voor puppies, kittens als voor andere pasgeboren kleine zoogdieren.

Analyse Toegevoegd per kg
Eiwit 27% Vitamine A 20.000 IE
Vet 28% Vitamine D3 15.000 IE
Vezels, Rc 0% Vitamine E 85 mg
Asgehalte 5,7% Vitamine K 1,0 mg
Vocht 3,2% Vitamine B-1 10 mg
Calcium, ca 11,0 gr/kg Vitamine B-2 4 mg
Fosfor, P 0.8% Vitamine B-3 50 mg
Kalium, K 0.86% Vitamine B-6 3.6 mg
Natrium, Na 0.43% Vitamine B-12 0.095 mg
Magnesium, Mg 18,2 mg/kg Vitamine C 52 mg
Mangaan, Mn 8 mg/kg Pantotheenzuur (vit.B5) 7.5 mg
IJzer, Fe 55.8 mg/kg Biotine (vit. H) 0.2 mg


Folinezuur (vit. B4) 1 mg
Koper, Cu 12 mg/kg choline 38.6 mg
Zink, Zn 80 mg/kg Eiwit/energieaandeel 19.03%
Selenium, Se 0.1 mg/kg energie 5044 kcal
Lysine
22,6 gr/kg
   
Metheonine
7,5 gr/kg
   
Treonine
12,7 gr/kg
   
Tryptophaan
3,7 gr/kg
   
Taurine
45 mg/kg
   


Zalmolie

Zalmolie is als natuurlijk voederadditief het ideale middel om in de dagelijkse behoefte aan de essentiële vetzuren Omega-3 en Omega-6 te voorzien.

 Symptomen die kunnen optreden bij een gebrek aan essentiële vetzuren zijn :

- Verzwakking van het immuunsysteem

- Problemen met de stofwisseling

- Allergische reacties

- Droge huid, huidjeuk en eczeem

- Huidontsteking en schilfers

- Geknakte haren en slechte vachtconditie

- Onvoldoende nierfunctie en leverproblemen

- Groeistoornissen

- Met lange tanden eten.

-Slechte wondgenezing

- Een algemene verzwakking van de klierfunctie, inclusief anaalklieren, hormoonklieren


Hondenvoeding Anno 2000-nu



Fase I.

Over de afstamming van onze honden zijn de meest fascinerende theorieën opgebouwd. Of nu onze honden afstammen van de wolf, de jakhals of de wilde hond, een ding is zeker
namelijk hun stofwisseling. 
namelijk hun stofwisseling. 

Deze werkt bij onze honden nog
precies hetzelfde als sinds de oertijd ! precies hetzelfde als sinds de oertijd ! precies hetzelfde als sinds de oertijd ! precies hetzelfde als sinds de oertijd !
De voorouders van onze huidige honden waren in het wild levende dieren die leefden van wat de omgeving hen te bieden had. Hun menu bestond uit prooidieren
(planteneters), dode dieren (aas), wilde vruchten, wortelstokken, darminhoud en uitwerpselen van planteneters e.d. (voor de koolhydraten).

De belangrijkste voorwaarde om te overleven was, naast voldoende aanbod van voedsel, het hebben van een goed ontwikkeld instinct voor het onderkennen van welke stoffen nodig en goed waren en welke stoffen niet nodig en/of schadelijk waren. M.a.w. Het aangeboren instinct om te kunnen kiezen uit de verschillende afzonderlijke voedingsstoffen.

Fase II.

Na de huisdierwording veranderde er in eerste instantie niet zoveel aan het voedingspatroon van de hond. Mede door het feit dat de hond altijd vrij op het erf kon rond scharrelen. De hond kon zelf kiezen uit de diverse afvallen (etensresten enz.) slachtafvallen (zoals ingewanden e.d.), gestorven dieren, uitwerpselen van planteneters en andere zaken welke de hond instinctief vond dat hij nodig had. Wanneer het aanbod van voedsel te gering was ving hij een konijn of haalde zich een kip bij de buurman.

Wederom allemaal ENKELVOUDIGE PRODUKTEN waar de hond zelf uit kon kiezen, oftewel zoals de Engelsen dat omschrijven met de term "FARM-FOOD" (boerderijvoer).

Belangrijk hierbij was de aangeboren eigenschap dat hij kon selecteren tussen nodig en niet nodig en kon kiezen tussen goed en niet goed. Door deze mogelijkheid tot kiezen stelde de hond zelf zijn menu samen en zorgde ervoor dat hij alles binnenkreeg wat hij nodig had en liet liggen al hetgeen niet goed voor hem was. (Waarschijnlijk is dit ook diepere achtergrond van de FABEL dat bastaarden sterker zouden zijn dan rashonden, omdat vele bastaarden nog de mogelijkheid hebben om te scharrelen en daardoor nog gedeeltelijk kunnen kiezen. In ieder geval tekorten kunnen aanvullen.)

Fase III.

Hoe hoger de hond steeg op de domesticatieladder, des te minder bleef er over van het natuurlijke voedingspatroon. Het dagelijkse menu werd voor hem klaargemaakt, hetgeen betekende dat de hond niet meer zelf kon kiezen. Het grote nadeel hiervan was dat de hond heel vaak van de ene (voeding)stof teveel en van andere te weinig binnen kreeg.

In de loop der tijd is er veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar o.a. de voedingsbehoefte van honden en de benodigde opbouw van het dagelijkse menu.
Als gevolg hiervan ontstonden de commerciële voeders. Bij de samenstelling daarvan had men de mogelijkheid om te selecteren binnen de aanwezige voedingsstoffen en deze op een manier te doseren welke overeenkwam met de totale behoefte van de hond. Dus als het ware weer in de richting van het vooromschreven boerderijvoer.

Doch onder invloed van de onderlinge concurrentie tussen de verschillende voederfabrikanten is het gevaar levensgroot aanwezig dat de voeders worden samengesteld uit enkelvoudige producten waar de honden uit fase I en II met een grote boog omheen zouden lopen (goedkopere grondstoffen). Dit wordt vaak ondervangen door het toevoegen van chemische geur- en/of smaakstoffen. Omdat het oog (van de mens) ook wat wil, worden er ook vaak kleurstoffen aan toegevoegd om bijv. het voer er vleeskleurig uit te laten zien.

Ook wanneer (daarnaast) het totale voeder geëxpandeerd wordt (om de verteerbaarheid van deze grondstoffen te verhogen) treedt, naast het gevaar van eiwit-, vitamine- en vetbeschadiging, een geur en smaakvermenging op waardoor de hond niet meer alle stoffen apart ruikt en proeft maar de geur en smaak van de totale "soep". Dit laatste is voor de hond heel onnatuurlijk en hierdoor kan voedseltegenzin ontstaan.

Bovendien worden er vaak chemische antioxydanten (en conserveringsmiddelen) toegevoegd om het "voeder" houdbaar te maken, wat een nogal negatief effect kan hebben op de totale stofwisseling, welke zich het eerste uit in huid- en vachtproblemen.

Conclusie.

Vanuit het voorgaande is duidelijk geworden dat men bij het samenstellen van een hondenvoeder uiterst selectief te werk moet gaan, vooral in de keuze van de grondstoffen welke worden gebruikt. Deze moeten in eerste instantie worden geselecteerd op hun negatieve, in plaats van op hun positieve eigenschappen om daarmee te voorkomen dat naast positieve ook negatieve stoffen in het dagelijkse menu terechtkomen.

Mede hierom moet men zeer hoge eisen stellen aan de zuiverheid van iedere grondstof apart. In feite komt het er op neer dat honden uit fase I en II alle grondstoffen die men gebruikt, ook in de enkelvoudige vorm graag zouden eten.
Aan deze eisen voldoen alleen grondstoffen welke bestemd zijn voor menselijke consumptie (hetgeen
niet betekent dat alle producten die voor menselijke voeding worden gebruikt ook geschikt zijn voor honden), omdat deze aan strenge eisen voor wat betreft kwaliteit en zuiverheid moeten voldoen.

Naast de keuze van de grondstoffen, is vanzelfsprekend ook de onderlinge verhouding tussen de verschillende voeding- en andere stoffen in het voeder van levensbelang en moet zodanig zijn dat deze in volledige overeenstemming is met de dagelijkse behoefte van de hond. Vanwege het laatste moet men er zeker van kunnen zijn dat de voedingsstoffen in het voeder ook inderdaad door het lichaam van de hond opneembaar zijn en niet door het productieproces en/of andere stoffen in het voeder onopneembaar worden gemaakt.

Indien men de hond een voeder geeft wat aan de vooromschreven eisen voldoet is men weer terug op het patroon van fase I en II, de zgn. "FARM FOOD". De hond vaart er wel bij en laat dit ook duidelijk merken via vacht en huid, levenslust en totale gezondheid.

Indien gebruik wordt gemaakt van zuivere, voor menselijke consumptie geschikte grondstoffen heeft dit tevens tot gevolg dat het voeder zeer energierijk is. Dit houdt in dat de hond dan veel minder nodig heeft en daardoor veel minder ballaststoffen te verwerken krijgt, hetgeen de totale gezondheid en het welzijn ten goede komt. 

Dat dit voeder niet het goedkoopste is, zal een ieder duidelijk zijn, doch wanneer men de kosten van de voeding per dag vergelijkt, vindt men nagenoeg geen negatief verschil, eerder omgekeerd.

Anno 2000NU ligt de keuze van de voeding niet meer bij uw hond(en) maar bij u!
En denkend in het belang van uw hond, hebben wij het principe “Honden Eerst!” bovenaan in ons vaandel staan.  
Wilt u meer lezen over hondenvoeding in het algemeen? download dan dit pdf bestand: hondenvoeding.pdf


Farm Food H.E. is voor
100% op deze filosofie gebaseerd,  
Farm Food HE
  =  High Energie =
4145 Kcal

Farm Food H.E. bevat geen chemische hulpstoffen zoals: antioxydanten, kleur-, geur- en/of smaakstoffen, bind en vooral geen conserveringsmiddelen "gif " voor de pH-waarde "verzuring" ( spaart de lever ).

Farmfood bevat
Omega 3+6 vetzuren in de vorm van plantaardige olieën ,
(  o.a walnoot,hazelnoot, cocosnoot,lijnzaadolie ).

Hippocrates :
Het beste medicijn begint bij een goede voeding.

The End of the Line