De Griekse
wereld
was samengesteld uit honderden
onafhankelijke
stadsstaten. De twee
grootste waren
Sparta
en
Athene. Beiden verkregen de heerschappij over
andere
stadstaten.
Sparta verschilde sterk van Athene onder andere
qua
opvoeding (SPARTAANSE),
onderwijs,
krijgsmacht en bevolkingsopbouw.
Deze verschillen hadden te maken met de voorgeschiedenis van
beide stadstaten.
Athene:
Na een lange periode van tirannie bundelde een aantal
adellijke families in 510 voor Christus het verzet hiertegen.
De laatste tiran verdween hierdoor. Cleisthenes van het
adellijke geslacht van de Alcmeonieden ontpopte zich als
leider van het volk en zette de politieke democratie van
Athene op poten. In de periode van 500 tot 300 voor Christus
groeide deze uit tot een radicale volksvergaderingdemocratie.
Alle burgers kregen geleidelijk aan dezelfde rechten.
Sparta:
Sparta was in de “Donkere Tijd”* neergestreken in Laconië.
In de "Donkere Tijd" werden door volksverhuizingen,
Mycene en andere koninkrijkjes omvergeworpen.
Met de vernietiging van de Myceense paleizen was ook het
paleisschrift* weggevallen. De weinige informatie over die
tijd kwam uit het werk van de dichter Homerus. Homerus was een
schrijver van heldendichten uit de achtste eeuw voor Christus.
Zijn beroemdste werken zijn de "Ilias" en de
"Odyssee", met historische elementen van zijn eigen
tijd, van "de Donkere Tijd" en in mindere mate van
de Myceense tijd*.
Omdat er verder geen informatie over deze tijd beschikbaar is
werd deze tijd de "Donkere Tijd" genoemd. Aan het
eind van de "Donkere Tijd" namen de Atheners het
Fenicische alfabet over.
Sparta bloeide dankzij een systeem van onderdrukking van de
kleine agrariërs en ambachtslieden. Rond 700-650 voor
Christus onderwierp Sparta Messenie en de Messeniers Werden
tot slaven (heloten) gedegradeerd. Zij moesten de grond
bewerken voor de Spartaanse burgers.
De burgers bestonden louter uit de hoplieten ,zwaarbewapende
mannen met volledig burgerrecht en de elite. De heloten
(slaven) en de perioiken (bewoners van de randgebieden van
Messenië en Laconië) hadden geen burgerrechten. Omdat de
Spartanen voortdurend waakzaam moesten zijn ten opzichte van
deze groepen werd de Spartaanse samenleving in de loop van de
zevende eeuw militaristisch, een soort kazernestaat.
Bevolking:
Ik kan in het kort laten zien hoe de bevolking was opgebouwd
in Sparta en Athene.
Deze plaatjes maken duidelijk dat de bevolking van Athene naar
verhouding veel meer burgers telde dan Sparta en dat Sparta
naar verhouding weer veel meer slaven telde.
Opvoeding:
De jongens van Sparta kregen allemaal dezelfde opvoeding en
woonden vanaf hun zevende jaar samen in kazernes. Deze aanpak
was nodig om de heerschappij van Sparta veilig te stellen.
De jongens werden opgevoed tot moedige en onvermoeibare
strijders. Ook de meisjes beoefenden in het openbaar
verscheidene takken van sport, zoals worstelen, discuswerpen
en speerwerpen. Zij moesten hierdoor moeders worden met
mannelijke eigenschappen, zodat er kinderen kwamen die die
eigenschappen over zouden nemen
In Athene mochten de ouders zelf beslissen hoe ze hun kinderen
zouden opvoeden. Het was daar ook niet ongebruikelijk om dit
door anderen te laten doen. de stadsstaat bemoeide zich in
Athene veel minder met de opvoeding dan in Sparta. Op
16-jarige leeftijd vond voor de jongens de overgang naar de
volwassenheid plaats. Er volgde een periode van militaire
oefeningen om zich voor te bereiden op het oorlogsbedrijf.
Onderwijs:
De jongens van Sparta kregen wel les in lezen en schrijven,
maar deze lessen bleven beperkt tot het allernoodzakelijkste.
Wel leerden de jongens veel gedichten uit hun hoofd. De
gedichten van Homerus en Hesiodus* stonden in hoog aanzien,
vooral als deze gedichten adviezen bevatten. Hesiodus
waarschuwde bijvoorbeeld om niemand te vertrouwen "Als je
een afspraak met je broer maakt. Haal er een getuige
bij". Hij had een hekel aan de aristocratische manier van
leven. Hij schreef een gedicht over het landleven dat het
"Werken en dagen" heette, met veel adviezen voor
boeren. Hij beïnvloedde de godsdienst van veel latere Grieken.
De rest van de vorming van de spartaanse jongens bestond uit:
goed leren gehoorzamen, verdragen van vermoeienis en leren
overwinnen in het gevecht. Als de jeugd in Sparta ook maar het
kleinste foutje maakte kreeg ze met de zweep.
Het onderwijs in Athene ontplooide zich in vrijheid en werd
overgelaten aan particulieren. De lessen werden gegeven bij de
leraar thuis en niet in een openbaar gebouw. Ouders met veel
geld konden hun zonen laten studeren tot aan hun diensttijd.
Voor kinderen met arme ouders was de leertijd snel voorbij.
Later kwamen er scholen in Athene waar onderwijs in letteren
en muziek werd gegeven.
Vanaf het veertiende jaar kwam het accent te liggen op de
gymnastische training.
De schoolopleiding werd afgerond met lessen in rekenkunde.
De kinderen uit gegoede families kregen vanaf de
schoolleeftijd een eigen paidagogos. Dit was een slaaf van de
ouders die het kind verder moest opvoeden.
De
krijgsmacht:
Op 20-jarige leeftijd was iedere Spartaan in actieve dienst en
hij bleef dit tot zijn dood of tot zijn 60ste. Het Spartaanse
leger stond onder bevel van één van de twee koningen en het
leger bestond voornamelijk uit hoplieten, Zij onderscheidden
zich van alle andere Griekse militairen door de kleur van hun
uniform en hun haardracht. Het leger had vrijwel geen
cavalerie. Het enige zwakke punt van Sparta, in militair
opzicht, was dat ze een gebrek aan mensen hadden.
De Atheense jeugd bereidde zich voor op het krijgsbedrijf door
middel van sport. Elke Athener diende zijn land van zijn
achttiende tot zijn zestigste jaar. Van zijn achttiende tot
zijn twintigste ontving hij zijn militaire opleiding. Bij het
begin van de Peloponnesische oorlog in 431 voor Christus had
Athene het leger op de been 13000 zwaargewapenden, duizend
ruiters, een territoriaal leger van 1400 epheben (18- ot
20-jarigen), 2500 veteranen (50- tot 60-jarigenen) 9500
immigranten.
*De
Donkere Tijd
was van 1200 tot 800 voor Christus.
*De
Myceense tijd
was van voor
1200 voor Christus.
*Paleisschrift
was de enige geschreven taal in die tijd.
*Hesiodus
was naast Homerus
ook
een belangrijke dichter
van de achtste
eeuw
voor Christus
Het
begin van de Peloponnesische oorlog
Korte voorgeschiedenis:
In 490 voor Christus vochten de Perzen tegen Athene. Athene
versloeg de oorlogsvloot van de Perzen bij de Griekse stad
Marathon ( daar komt de marathon vandaan ). Toen de Perzische koning Darius stierf, stuurde zijn
zoon Xerxes een grotere vloot en een groter leger naar
Athene.De Atheners vluchtten de stad uit.De Perzen kwamen in
een verlaten Athene aan en verwoestten de stad. De Atheners
hadden na de eerste aanval zelf in de loop der jaren een grote
vloot opgebouwd en wisten door een slim aanvalsplan te winnen
van de Perzische schepen bij
Salamis,
een eiland vlak achter
Athene. In 479 voor Christus verloor ook het Perzische
landleger de strijd tegen Ahtene.Hoewel de Perzen waren
verslagen bleven ze nog altijd een bedreiging voor Athene en
de Perzische
koloniën
in Griekenland. Daarom besloot Athene
met de koloniën samen te gaan werken. In 478 voor Christus
werd door deze partijen de Delische bond opgericht. Daarop
zocht ook Sparta bondgenoten en richtten de Peloponnesische
bond op. Deze bond bestond onder andere uit
Macedonië
en het
grootste deel van
Peloponnesus
Stand van zaken bij het begin van de oorlog:
In de vijfde eeuw voor Christus waren er dus twee
machtsblokken in Griekenland: Athene en de Zeebond (of
Delische bond) en Sparta en de Peloponnesische bond. De
Zeebond was opgericht tegen de Perzische dreiging. Door de
bijdragen van de bondgenoten aan de vloot van Athene
ontwikkelde de bond zich tot een Atheens zeerijk.
De twee machtsblokken kwamen steeds meer met elkaar in
conflict. Athene streefde naar de hegemonie in Griekenland en
later het behouden daarvan. Sparta kon de Atheense
alleenheerschappij niet dulden. Na een reeks van kleinere
botsingen brak
in 431 voor Christus de grote peloponnesische oorlog uit.
Athene had een betere vloot, maar Sparta had een beter
landleger. De maritieme macht van Athene beheerste het gehele
oostelijke Middellandse zeebekken. Het Spartaanse overwicht
ter land berustte op de strenge opvoeding.
Thucidides:
De Athener Thucidides was een rijke beheerder van een goudmijn
èn geschiedschrijver. Hij was Atheens strateeg tot 424 voor
Christus. Buiten zijn schuld kwam hij met zijn vloot te laat
om Amphipolis voor Athene te behouden en werd verbannen.Hij
heeft de hele oorlog meegemaakt. Hierdoor kon hij de oorlog
vanuit beide standpunten beschrijven. Zoals hij zelf
zegt:"Ik was oud genoeg om de oorlog te begrijpen en ik
schonk er mijn volle aandacht aan om alles nauwkeurig in mij
op te nemen. Daarbij kwam dat ik na mijn commando bij
Amphipolis twintig jaar in ballingschap buiten mijn vaderland
moest leven en aandacht schonk aan de gebeurtenissen aan beide
zijden, niet het minst, ten gevolge van die verbanning, aan de
zijde van de Peloponnesiërs: Dit gaf mij rustig de tijd om
mij goed op de hoogte te stellen".
Thucidides schreef over het begin van de oorlog: "Hiernu
begint de oorlog van de Atheners en de Peloponnesiërs en hun
wederzijdse bondgenoten waarin zij niet meer met elkaar
verkeren tenzij door herauten. Toen de oorlog eenmaal was
uitgebroken duurde hij zonder onderbreking voort. De
gebeurtenissen zijn beschreven naargelang zij plaatsvonden
ingedeeld in zomers en winters".
Vervolgens beschrijft Thucidides alle zomers en winters vanaf
431 voor Christus tot de zomer van 411 voor Christus.
Het
verloop van de oorlog
het krijgsbedrijf:
Athene had de heerschappij ter zee en de Spartanen de
heerschappij ter land. Sparta ontwikkelde in de loop der tijd
het beste hoplietenleger. Deze hoplieten vochten zich liever
dood dan een stap te wijken. Het warengoedgetrainde krijgers.
Soms sloeg de vijand al op de vlucht bij het zien van de
schilden met de omgekeerde "V". Die omgedraaide V
was een "L" voor Lacedaemonië, Sparta's gewone
naam.
Als hoplieten in een rij naast elkaar aanvielen noemde men dat
een "falanx". een falanx was meestal acht rijen dik
en beschermd door een muur van schilden.
Het zwakke punt was dat er zo weinig hoplieten waren en hun
aantal snel uitdunde van 5000 in 479 voor Christus tot 700 in
371 voor Christus. De Spartanen hadden vrijwel geen cavalerie
Athene daarentegen had een groot leger op de been toen de
oorlog begon.
Het verloop van de oorlog tijdens bewind van Pericles en zijn
opvolger:
In deze periode werd het bewind over Athene gevoerd door
Pericles, een adellijke strateeg.
De Spartanen beheersten op dat moment zuidelijk en centraal
Griekenland, Athene controleerde de eilanden en de kusten in
het noorden en oosten van de Egeische
Perikles had door zijn grote spreekvaardigheid het volk snel
voor zich gewonnen. Hij begon de Zeebond goed te organiseren
waardoor Athene nog machtiger werd.
Bovendien haalde hij de Bondskas, die tot dan toe op het
eiland Delos had gestaan, naar Athene.Als argument gebruikte
hij, dat ze de kas daar beter zouden kunnen bewaken.
Dit was de directe aanleiding voor Sparta om in 431 voor
Christus de oorlog te bginnen
Perikles vond dat het beter voor Athene was om machtiger te
worden omdat je je dan beter tegen vijanden kunt beschermen.
Hij adviseerde de Atheners de strijd te ontwijken.
Zijn beleid heeft groot succes gehad. Tijdens zijn
regeerperiode is Athene tot grote bloei gekomen.
Tussen 457 en 445 liet hij de Lange Muren bouwen. Deze muren
liepen van de haven van Athene naar Athene zelf. Op die manier
was de haven, ook in tijd van oorlog, altijd te bereiken. Om
de boeren te beschermen, die buiten de Lange Muren woonden,
evacueerde Perikles hen en liet ze zolang tussen de Lange
Muren wonen.
In 431 trokken de Spartanen Attika binnen en verwoestten de
boerderijen.
De Atheners vielen de Spartanen niet aan, maar Perikles liet
de Atheense vloot de Spartaanse kusten plunderen. In de winter
moesten de Spartanen zich wegens voedseltekort
terugtrekken. De boerderijen en olijfbomen waren immers door
hen vernietigd.
De Attische boeren konden weer terug naar hun land om hun
boerderijen te herbouwen.
Het tweede oorlogsjaar verliep als het eerste: de boeren
trokken vanuit Attika naar de Lange Muren en de Spartanen
deden weer hun verwoestende werk.
Toen brak de pest uit in Athene, tussen de boeren die op
elkaar gepakt zaten tussen de Lange Muren. Een groot deel van
de Atheners werd in een paar jaar door de ziekte getroffen en
gedood.
De vijanden van Perikles gaven Perikles de schuld en hij werd
voor de rechter geleid en veroordeeld tot een hoge geldboete.
Bovendien werd hij afgezet als strateeg. Vanaf toen ging het
slechter met Athene. De stad begon zijn eenheid te verliezen.
De Atheners wilden Perikles terug als strateeg en Perikles
stemde toe. In 429 voor Christus stierf ook hij aan de pest.
Na zijn dood werd hij opgevolgd door Cleon, die zijn beleid
voortzette, maar met minder succes.
In 425 voor Christus nam Athene 120 Spartanen gevangen op het
eiland Sphakteria. Sparta moest hierdoor de aanvallen op het
Atheense thuisland stopzetten en stuurde een leger naar het
noorden van het Egeische zeegebied. Daar werden belangrijke
Atheense bezittingen ingenomen, die geruild werden tegen de
gijzelaars. In 424 voor Christus wisten de Spartanen de
bondgenoten aan de Macedonische kust te bewegen tot beëindiging
van de samenwerking met Athene en in 422 voor Christus volgde
de nederlaag bij Amphipolis waar zowel de Spartaanse
bevelhebber Brasidas als Cleon sneuvelde. In 421 voor Christus
werd vrede gesloten. Tussen 415 en 413 voor Christus werd de
strijd hervat. Toen probeerde Athene Sicilië in te nemen.
Twee vloten met 40.000 man aan boord namen bijna Syracuse, de
hoofdstad in. Athene kwam deze slag niet meer te boven.
"Intussen ondervonden de beide legers op de kust, zolang
de slag op zee nog onbeslist bleef, grote spanning en
psychische onzekerheid. De inheemsen hunkerden naar de
overwinning die hun roem nog zou vergroten, de aanvallers
vreesden, dat hun lot nog droeviger zou worden dan het al was.
Voor de Atheners hing immers alles van hun vloot af, daarom
was hun angst voor de toekomst ongeevenaard groot en door het
wisselvallig karakter van wat zich voor hun ogen voltrok,
konden zij niets anders dan een wisselende indruk van de
zeeslag krijgen vanaf hun positie op de kust. Het schouwspel
was vlak voor hen, maar ze keken niet allen tegelijk naar
hetzelfde punt. Zij die ergens hun eigen mensen aan de
winnende hand zagen, vatten moed en begonnende goden te smeken
hun deze kans op redding niet te ontnemen, maar de anderen
zagen juist een nederlaag en zij jammerden en schreeuwden,
meer nog verslagen door wat zij voor hun ogen zagen gebeuren
dan degenen die zelf aan het gevecht deelnamen, Weer anderen
die juist de blik gericht hadden op een scene waar de strijd
nog onbeslist was, verkeerden door deze aanhoudende
onzekerheid in een afschuwelijke staat, zodat zelfs de
bewegingen van hun lichamen in doodsangst hun hoop of wanhoop
weerspiegelden, want steeds waren zij op de rand van redding
of ondergang".
Dit
was
Thucydides' beschrijving van een beslissende
episode uit de voor de Atheners rampzalig verlopen
Silicaanse
veldtocht(415-413 voor Christus).
Het
einde van de Peloponnesische oorlog.
Athene verspeelde de absolute macht in het Middellandse
zeegebied door strategische fouten en de komst van een
Spartaanse legermacht.
In 413 voor Christus werd het hele Atheense leger vernietigd.
Hierna hervatte Sparta de oorlog in Griekenland. Met behulp
van Perzië bouwde Sparta een grote vloot.
Rijke lieden in de onderworpen staten zagen hun kans schoon
het Atheense juk af te werpen. In een laatste grote
krachtsinspanning wist Athene in 406 voor Christus bij de
Arginusen de grootste zeeslag uit de Griekse geschiedenis te
winnen, maar toen de strategen wegens het niet redden van
schipbreukelingen terecht gesteld werden, was het met Athene
gedaan.
De Spartaanse vloot veroverde in 405 voor Christus de Atheense
marine en blokkeerde de graanschepen die Athene van voedsel
voorzagen. In 404 voor Christus gaven de verhongerde Atheners
zich na een beleg van vijf maanden over. Het rijk werd door de
Spartanen overgenomen.
Hoe
het verder ging:
Toen Sparta Athene veroverde in 404 voor Christus waren de
rijken blij met hun vrijheid.
De Spartanen sloopten de lange muren die Sparta 50 jaar lang
verhinderd hadden Athene te omsingelen en af te sluiten. Ze
verwoestten de stad niet, met het oog op de groeiende macht
van Thebe. Wel werd de zeebond ontbonden en de democratie
afgeschaft.
Er vonden massamoorden plaats onder de democraten. Er kwamen
overal regeringen die Sparta welgezind waren. Al snel kwamen
er problemen. De Spartaanse ambtenaren hadden onderling ruzie
en deden elkaars werk teniet.
Zelfs de bondgenoten van Sparta voelden zich beledigd toen in
328 voor Christus een Spartaans leger de heerschappij over de
stad Thebe overnam , in vredestijd.
Sparta had nog steeds een te kleine bevolking. Verschillende
legertjes werden in het buitenland in de pan gehakt, waarbij
veel Spartaanse commandanten werden gedood.
Ook Lysandros, die in 405 voor Christus de Atheense vloot
overwonnen had, vond de dood. Vanwege het tekort aan
manschappen kregen vrouwen toestemming belangrijke openbare
besluiten te nemen. In het begin van de vierde eeuw werd
Athene weer onafhankelijk en trok zelfs weer tegen Sparta ten
strijde.
Pogingen om hun rijk te herstellen mislukten, doordat hun
bondgenoten nu beter opletten. Veel Atheners waren bovendien
van mening dat ze geluk hadden gehad dat Sparta in 404 voor
Christus niet de hele stad met de grond gelijk hadden gemaakt.
Als ze nu weer zo'n dreigende heerschappij opbouwden en weerd
oor Sparta verslagen werden, hoefden ze niet meer op genade te
rekenen.
|