Begin
Kwartierstaat
Koos
van Rijn
Grafische
versie 1
Grafische
versie 2
Grafische
versie 3
Nieuws
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Over Ons
Rembrandt
Onze
honden
Reuen
Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen
In
loving memory
Pups
Planning
Fotogallery
Nostalgisch
Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk
Shows
Kopstudie
Wandelingen
Hoek
van Holland 1
Hoek
van Holland 2
Bron
Newfoundlander
Newfoundland
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet
Dog2
Lord
Byron
Fokken
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling
embryo
FCI
- Rasstandaard
Kynologische
termen
Voeding
Afspeenmethode
Marskwa's adagiums
Genetica
Kleurvererving
HD-ED
vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA:
From where I am
Evolutie
Theorie
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek
Teek
Care
De
andere Passie
Odysseus
Sprookje
Alexander
de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch
Realisme
Filosoferen
over sex
Magna
Graecia
Boeddhisme
Klimaat
Israël
Agape
Christus
was een filosoof
Astrologie
Maanstanden
Links
Webcams
HvH
|
|
Simply Red :
Holding Back the Year
|
De
7 mythes rond de vruchtbaarheid van de hond
Bron: Onze
Hond 12/2006
Auteur: Maarten Kappen
|
Er zijn in het kader van de vruchtbaarheid van de hond nogal wat
denkbeelden bij velen die door de tijd heen als waarheid worden
aangenomen zonder dat daarvoor een logische verklaring is, laat staan
een wetenschappelijk bewijs. Een aantal belangrijke aspekten van de
vruchtbaarheid bij de reu en de teef worden besproken.
|
De 7
mythes:
1
Natuurlijke dekking is beter dan kunstmatige inseminatie (KI)
2
Een reu moet koppelen om te bevruchten
3
Het minutenlang optillen van de achterhand van de teef is belangrijk
na een dekking of KI
4
Bloedbijmenging in sperma van de reu is desastreus voor de
vruchtbaarheid
5
De teef moet op dit precieze tijdstip gedekt worden!
6
Progesterontesten geven een absolute zekerheid op dracht
7
Een kweek van de vagina is belangrijk zowel voor de te dekken teef als
voor de dekreu
|
De
vruchtbaarheid van de reu
Een
reu met een goed libido, die normaal in staat is tot het uitvoeren van
een dekking, een goede kwaliteit sperma heeft, die nakomelingen heeft
verwekt, beschouwen we als een vruchtbare reu. Al deze eigenschappen
zijn wel een momentopname, afhankelijk van meerdere faktoren waaronder
leeftijd, zijn deels subjektief en moeten dus met de nodige
voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Het traditionele
spermaonderzoek dat uit microscopisch onderzoek naar beweeglijkheid,
concentratie, morfologie en cellenbijmenging bestaat heeft een
beperkte waarde. Zeker als we eigenschappen als invriesbaarheid van
sperma of redenen voor sub- of infertiliteit willen bepalen. Inmiddels
bestaan er veel meer mogelijkheden. De computer assisted semen
analysis (CASA) is er een van. Dit is een methode waarbij allerlei
eigenschappen qua beweging en opbouw van individuele spermacellen
computermatig onderzocht en opgeslagen kunnen worden. .Dankzij deze
nieuwe methodieken is het concept van sperma te zien als homogeen
verlaten.. Sperma uit een en dezelfde sprong bestaat uit clusters van
verschillende spermacellen met verschillende eigenschappen en
verschillende mogelijkheden tot bevruchting. Men noemt dit de
heterogene benadering. Naast een hoge mate van objectiviteit en
herhaalbaarheid van de CASA, blijkt het hiermee mogelijk om de
invriesbaarheid van sperma beter te kunnen voorspellen.
De
eerder genoemde cellenbijmenging kan bestaan uit ontstekingscellen,
prostaatcellen, urinewegcellen, maar ook bloed. Dit kan afkomstig zijn
van een beschadiging van de penispunt, uit de urineweg of prostaat.
Uit onderzoek is gebleken dat tot 10% bloed bij vers of vers verdund
sperma geen enkel effekt heeft op het bevruchtend vermogen. Als het
afkomstig is van een prostaatontsteking mag je verwachten dat er een
potentieel negatief effekt is. De invriesbaarheid van sperma wordt
sterk negatief beïnvloed door bloedbijmenging.
Bij
de natuurlijke dekking deponeert de reu zijn sperma in het voorste
gedeelte van de vagina en moeten de spermieën de cervix
(baarmoedermond) nog passeren om via de baarmoeder tot in de eileiders
en tuba te komen, alwaar de bevruchting plaats vindt. De reu
ejaculeert in drie frakties; een voorfraktie die dient als reiniging,
de tweede spermarijke fraktie, en de derde en grootste prostaatfraktie.
Respectievelijk zijn deze 4ml, 2 ml en 15 ml voor een reu van
gemiddelde grootte. Bij de gekoppelde reu wordt met behulp van de
prostaatvloeistof de spermarijke fraktie door de cervix in de
baarmoeder gespoeld. Uit onderzoek blijkt dat er geen verschil in
bevruchtingsresultaten is tussen groepen teven waarbij na de dekking
of inseminatie de achterhand respectievelijk niet, 1 minuut of 10
minuten werd opgetild. Niet doen dus.
Bij
kunstmatige inseminatie wordt alleen gebruik gemaakt van de tweede
spermarijke fraktie, omdat bijmenging van de andere frakties
vermindering van resultaat geeft. Een niet gekoppelde reu kan, mits
hij deze tweede fraktie weet in te brengen door het in de vagina
houden van de penis, toch bevruchten. Bij kunstmatige inseminatie
wordt tegenwoordig rechtstreeks in de baarmoeder geïnsemineerd,
waardoor minder verlies optreedt. De resultaten van KI versus
natuurlijke dekking zijn dan op zijn minst gelijk bij gebruik van vers
of vers-verdunde goede kwaliteit sperma. Bij gebruik van ingevroren
sperma wordt door kwaliteitsverlies van het sperma het resultaat
gemiddeld 25% minder, zowel qua kans op dracht als qua nestgrootte.
Er
zijn een tweetal methodes om rechtstreeks in de baarmoeder te
insemineren, te weten de Noorweegse catheter methode, waarbij de
cervix uitwendig door de buikwand wordt vastgepakt en de punt van de
metalen catheter via de vagina en vervolgens door de cervix tot in de
baarmoeder wordt gebracht. De andere methode is om met behulp van een
endoscoop, camera en flexibele catheter de cervix zichtbaar te
passeren, en de catheter tot in de baarmoederhoorn te schuiven. Beide
methodes vergen veel ervaring.
|
De vruchtbaarheid van de teef
Als
een teef normaal bevrucht kan worden en een normaal aantal
levensvatbare nakomelingen produceert kunnen we spreken van een
vruchtbare teef. Juist bij een diersoort die slechts een of enkele
keren per jaar bevrucht kan worden is het vaststellen van het tijdstip
of beter gezegd de periode waarin dit kan gebeuren een hele
belangrijke faktor.
Er
zijn vele methodes om de optimale dekperiode te benaderen. De
eenvoudigste is niets te doen en reu en teef bij elkaar te laten en
het hen zelf uit te laten zoeken. Dat is qua hedendaags dekmanagement
veelal niet mogelijk en ook nog enigszins onzeker. Een andere methode
is te letten op zwelling van de vulva, bloedverlies van de teef of het
staan en opzij houden van de staart. Deze symptomen zijn ook verre van
betrouwbaar en correleren matig met de optimale periode. Een
uitstrijkje van de cellen van de wand van de vagina kan een indruk
geven van het stadium van de cyclus. Dit was een tot recent veel
gebezigde methode met een beperkte zekerheid. Het met een vaginoscoop
inspekteren van het slijmvlies van de vagina is weliswaar zekerder, en
biedt ook nog gelegenheid tot het vaststellen van eventuele
(anatomische) afwijkingen, maar kent ook zijn beperking. Het meten van
het glucose gehalte of elektrisch geleidend vermogen van de vagina,
hetgeen in de praktijk ook gebeurt, is volstrekt onbetrouwbaar.
Het
meten van het progesterongehalte in het bloed geeft daarentegen een
nauwkeurige benadering van de vruchtbare periode en dit onderzoek
wordt door diverse praktijken dan ook aangeboden. In de rustfase is
het progesterongehalte in het bloed van de teef kleiner dan 0,5 ng/ml.
Het hormonale patroon van de teef is bijzonder omdat reeds voor het
moment van de ovulatie (eisprong) de progesteronconcentratie in het
bloed gaat stijgen. Deze ovulatie wordt 48 uur tevoren opgewekt door
een pulsafgifte vanuit de hersenen van Luteiniserend Hormoon (LH). Het
moment van ovulatie valt bij de meeste teven samen met een
progesteronwaarde van 6.5 ng/ml.
De
ovulatie is het centrale eikpunt van de vruchtbare periode. Deze
ovulatie duurt ongeveer een dag. Door de benodigde tijd voor rijping
van de eicellen en de tevoren benodigde rijping van spermacellen na
dekking of inseminatie en de levensduur van zowel rijpe eicellen als
spermieën strekt de optimale periode zich uit van 1 tot 4 dagen na de
ovulatie. Bij gebruik van ingevroren sperma waarvan de levensduur
ongeveer 1 dag is, tegenover vers sperma met een minimale levensduur
van 3-5 dagen, insemineren we bij voorkeur op dag 3 en 4.
Om te spreken van één enkel optimaal moment van bevruchting bij de
teef getuigt van onwetendheid met de werkelijke gang van zaken.
Het
ovulatietijdstip kan tevens en wel zeer nauwkeurig bepaald worden met
een bloedtest om de pulsafgifte van LH vast te stellen. We weten dat
precies 48 uur later de ovulatie plaats vindt. Het afnemen van bloed
hiervoor dient tweemaal daags te geschieden en is kostbaar. Daarnaast
is er de mogelijkheid middels het maken van een echo van de ovaria het
moment van eisprong in 90% van de gevallen direkt aan te tonen.
Hiervoor is ervaring en hoge kwaliteit echoapparatuur nodig.
Deze
laatste twee methodieken zijn aan te raden in geval van gebruik van
diepvriessperma of subfertiele dieren. Er is overigens een nauwkeurige
relatie tussen het moment van de eisprong en de te verwachten
werpdatum: 63 dagen + of – 1 dag.
Wat
betreft de progesterontesten dient men voor ogen te houden dat er een
groot verschil is in testmethodes en hun respectievelijke accuratesse.
Momenteel geldt als meest betrouwbaar en nauwkeurig de bepalingen met
de Immulite. Verwarrend kan zijn het feit dat men voor de uitslagen
gebruik kan maken van een tweetal eenheden: ng/ml en mmol/liter. De
verhouding tussen beiden is 1 : 3. Progesterontesten geven meer
zekerheid doch nooit een garantie op drachtigheid!
Het
breed ingeburgerde fenomeen van het maken van een kweek uit de vagina
vóór dekking of het zonder kweek preventief geven van antibiotica
aan de te dekken teef is op zijn minst zeer twijfelachtig. Er bestaat
een normale in evenwicht zijnde vaginaflora welke door gebruik van
antibiotika negatief beïnvloed kan worden. Ook het sperma zelf is
gevoelig voor een groot aantal soorten antibiotika. Bacteriële
vaginitis of metritis is slechts zelden een reden voor verminderde
vruchtbaarheid. Dekinfekties in de strikte zin van het woord komen in
ons land ook (nog) niet voor. Alleen bij subfertiele teven is er een
indicatie voor het maken van een kweek
Bij
onze rashonden worden we de laatste jaren in toenemende mate
geconfronteerd met vruchtbaarheidsproblemen. De gouden regel bij de
teef waarbij wordt beweerd dat deze optimaal vruchtbaar is en het
beste gedekt kan worden op het moment dat het bloeden stopt, gaat in
veel gevallen al niet meer op.
De
periode tussen de loopsheden is ook sterk variabel. tussen de 3 en
de 14 maanden is wel de spreiding die we hierin zien. Enerzijds
zien we soms geen bloedverlies en anderzijds in bepaalde gevallen wel
tot 3 weken lang. De reu ontkomt er ook niet aan. Het aantal
reuen dat niet
of nauwelijks wil dekken neemt toe. het al op relatief jonge leeftijd
minder vuchtbaar of zelfs steriel worden van de reu is bij enige
rassen bekend.
|
Dekking
Uit
allerlei onderzoekingen komt naar voren dat veruit de belangrijkste
reden voor onvruchtbaarheid is gelegen in het feit dat de teef niet op
het juiste moment gedekt wordt. het is overigens beter om te
spreken over de juiste periode dan over het juiste moment.
Doorat alle eitjes niet ineens vrijkomen maar in een tijdsbestek van
ongeveer 48 uur, ieder eitje een delings- en rijpingstijd nodig
heeft en het sperma van de reu minimaal 3 dagen goed blijft in
de teef na dekking, heeft de hond qua vruchtbarheid nogal wat
speelruimte. D vruchtbare periode kan dus wel een week of langer zijn.
Om echter zo goed mogelijk te scoren beschouwen we deze periode wat
korter. het blijkt dat de optimale
periode
begint kort na het moment van de eisprong, na 2 dagen. De eisprong
wordt simpelweg opgewekt door een piekafgifte
vanuit de hersenen van een hormoon genaamd LH (luteiniserend hormoon).
Deze afgifte vindt in een tijdsbestek van 24 uur plaats en is in het
bloed te meten. Idealiter zou je dit willen controleren en meten.
doordat het zo eenmalig en pieksgewijs optreedt en direct daarna weer
to zeer lage waarden daalt, moet je dus vaak bloed afnemen om hem niet
te missen. Dat is praktisch
niet haalbaar.
Vandaar
dat momenteel een andere bepaling gebruikt wordt om de optimale
periode te benaderen. Vlak voor en tijdens de eisprong begint er
namelijk een geleidelijke stijging van de productie van het vrouwelijk
geslachtshormoon progresteron door de eierstok. In de rustfase is deze
tussen de 0 en 1 ng/ml. We zien nogal wat variatie in de snelheid van
stijging, je kunt dus het beste wachten met een dekking totdat je
minimaal 10 ng/ml hebt gevonden. het beste is dan om de teef twee keer
te laten dekken met een tot een anderhalve dag tussenruimte. Hiermee
vergroot je duidelijk de resultaten.
Ook
zijn er in de handel verkrijgbare strookjes papier om de zuurgraad van
de vagina te meten of het suikergehalte, welke ik beiden nog wel eens
tegen kom in de praktijk. Dit is geen betrouwbare methode om ook maar
iets te kunnen bepalen in relatie tot de vruchtbare periode. Anders
ligt het bij het aanwezig zijn van een zoekreu. Sommige reuen zijn
zeer selectief qua periode van dekking. Het kan mede een aanwijzing
zijn, echter ook hier zijn uitzonderingen zodat dit niet
altijd een betrouwbaar
gegeven is.
|
Virus
Een
groeiend probleem
is het voorkomen van Herpes Canis
infecties Dit is een virus dat met name via direct contact wordt
overgebracht. Dus door snuffelen aan elkaar en uitvloeiing vanuit de
vagina. Pups kunnen al in de baarmoeder worden besmet, vooral in het
laatste gedeelte van de dracht. Maar ook via de luchtwegen kan het
overgebracht worden, Herpes kan namelijk een onderdeel van het
kennelhoest syndroom zijn. Ook door middel van een dekking kan het
virus worden overgebracht. In de geslachtsorganen van de teef kan het
virus zich ophouden en in tijden van verminderde weerstand vrijkomen.
Het virus gedijt het beste enige graden onder de lichaamstemperatuur,
vandaar de affiniteit voor slijmvliezen van neus, mond en vulva en
voorhuid. Op shows, trainingen, in pensions, bij dekkingen en andere
Œ contactplaatsen kan deze
infectie worden opgelopen. Door
bloedonderzoek op antistoffen tegen dit virus kan worden aangetoond of
de desbetreffende hond ooit geïnfecteerd is geweest. Het blijkt dat
in kennels waar de honden antistoffen tegen het Herpes virus hebben er
meer problemen zijn met de vruchtbaarheid. Dat kan zich uiten in het
totaal niet drachtig worden, kleinere nesten, doodgeboren pups, of vroege
sterfte na de geboorte (meestal in de eerste 3 weken).
Het
probleem in de praktijk is dat je, behalve hygiënische maatregelen om
de kans op contactinfecties te verkleinen, niets kunt doen. Vooral het
scheiden van de teven die drachtig zijn en pas geworpen hebben van de
rest van de kennel is van belang. Er is geen preventieve enting op de
markt. Wellicht dat deze nog zal komen. Je ziet dan ook dat in een
kennel besmet met het Herpes virus soms jarenlang ernstige
vruchtbaarheidsproblemen zich voor kunnen doen. Heel frustrerend
enerzijds omdat je het niet altijd direct kunt bewijzen, en anderzijds
omdat de honden de infectie zelf moeten overwinnen.
|
Bacteriële
infecties
Een
andere groep oorzaken waar veel over geschreven en gesproken wordt is
die van de bacteriële infecties.
In de fokkerij meent men in het algemeen dat dit een belangrijk
probleem is. Er worden veel bacteriekweken van het vaginaslijmvlies
gemaakt, dus niet van de baarmoeder, er wordt veel behandeld, soms
zelfs naar analogie van andere diersoorten gespoeld(?!). Sommigen zijn
overtuigd dat dit een vast onderdeel van de normale patroon rond de
dekking moet zijn. Ik denk niet dat dit bij de jonge, gezonde, normaal
cyclische teef standaard dient te gebeuren, en we kunnen dit beperken
tot de teven met herhaalde vruchtbaarheidsproblemen.
De
bacteriën die gekweekt worden
zijn allen van een type dat normaal in de vagina voorkomt. Deze zijn
bij de gezonde hond met elkaar in een soort evenwicht. Als een van hen
echter gaan overheersen dan kan dat een oorzaak van
vruchtbaarheidsproblemen zijn. Aangegeven wordt dat beta-hemolytische
streptokokken, stafylokokken, E. coli en Pasteurella Multocida
, de
belangrijkse probleemveroorzakers kunnen zijn. In de Amerikaanse
literatuur noemt men ook de lastig te kweken mycoplasmata. Deze
laatste zouden in incidentele gevallen ook een rol kunnen
spelen.
|
Aimée
Juliènne van de Berenstal + pup: Bonfire of The End of the Line
|
Wordt
er een overheersende bacteriesoort gekweekt, dan wordt vervolgens
bepaald welke antibiothicum goed geschikt is om deze te bestrijden en
wordt de teef hiermee voldoende lang behandeld. Dit betekent dat men
een tablettenkuur geeft en niet (de vagina) gat spoelen ! De enige
echte bacteriële dekinfectie is de Brucelle Canis infectie. Dat wil
zeggen dat dit een specifiek door dekking
overgebrachte infectie is
die onvruchtbaarheid en verwerpen kan veroorzaken. Deze komt officieel
in Nederland niet voor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde
Staten, doch bij geïmporteerde honden moet men wel opletten !
Hiervoor zijn ook bloedtesten beschikbaar.
|
Afwijkingen
Als
laatste wil ik nog naar voren brengen dat er een serie al dan niet
erfelijke en/of aangeboren anatomische afwijkingen zijn bij de teef
die veelal niet als jonge hond worden opgemerkt, maar wel op moment
van dekking een rol kunnen spelen. Hiervan is een van de meest
voorkomende
de vaginavernauwing.
Deze staat de natuurlijke dekking in de weg en kan een zekere
erfelijke achtergrond hebben, zodat het fokken hiermee dient te worden
afgeraden. Zo ook met het dubbel aangelegd zijn
van baarmoedermond en
zelfs gedeeltes van de vagina. Tweeslachtigheid
in verschillende vormen zien we incidenteel bij bepaalde rassen.
|
Auteur:
Dr.
Maarten
Kappen
|
The
End of the Line over :
Resorptie/abortus
Bij
een verstoorde dracht kunnen de pups tot aan de 33e
dag geresorbeerd
worden; daarna treedt abortus
op. Bij resorptie worden de vruchten geheel 'teruggenomen' en zal men
weinig of niets waarnemen bij de teef.
Bij abortus
ziet men vaak een groene of zwarte uitvloeiing met vruchtdelen.
Mogelijke oorzaken zijn:
Zeer
slechte conditie teef
Foetale
defecten
Orgaanafwijkingen
teef (bijv. hartgebrek)
cysteuze
endometrium hyperplasie (CEH)
Afwijkende
eierstokken
Infecties
(bacteriën, virussen)
Trauma
overgehouden van de dekking
Een
baarmoederontsteking
bij honden ontstaat onder invloed van hormonen uit een zogenaamde
Cysteuze Endometrium Hyperplasie (CEH). Onder invloed van
progesteron dat na elke ovulatie (= eisprong) door de eierstokken
geproduceerd wordt, kan het baarmoederslijmvlies (= endometrium)
zich gaan verdikken (= hyperplasie) en cysteus worden. Als
dit veranderde slijmvlies ontstoken raakt, dan ontwikkeld zich
hieruit een baarmoederontsteking. Dit kan een gevaarlijke situatie
opleveren voor de teef, vooral als de baarmoedermond gesloten is
waardoor de pus niet weg kan (= pyometra). In dit geval is zelfs
een aantasting van de nieren of het ontstaan van een
buikvliesontsteking mogelijk. De kans op een baarmoederontsteking
wordt groter naarmate de teef vaker loops is geweest (herhaalde
invloed van progesteron).
|
The
End of the Line
|
Humour
There
was a dog in the place License, who had balls from
different sizes.
One ball, was no ball at all.
But with the other, he won several prices.
Back
|
|