De Oer-oorsprong van de Newfoundlander  

Alan Parsons Project : Time

Begin

Kwartierstaat Koos van Rijn
Grafische versie 1
Grafische versie 2

Grafische versie 3

Nieuws
2009
2010
2011

2012
2013
2014

Over Ons
Rembrandt

Onze honden
Reuen

Teven
Nakomelingen
Foto's Nakomelingen

In loving memory

Pups
Planning


Fotogallery
Nostalgisch Type 1
Nostalgisch Type 2
Waterwerk

Shows
Kopstudie

Wandelingen
Hoek van Holland 1
Hoek van Holland 2


Bron Newfoundlander
Newfoundland 
Oeroorsprong
Oorsprong
L Anse aux Meadows
Tibet Dog
Tibet Dog2 
Lord Byron

Fokken 
Pup/Fok-Advies
FokFaciliteiten
Dekmoment
Vruchtbaarheid
Ontwikkeling embryo
FCI - Rasstandaard
Kynologische termen
Voeding
Afspeenmethode

Marskwa's adagiums

Genetica
Kleurvererving
HD-ED vererving
Kynethologie
Dilatatie
DNA: 
From where I am
Evolutie Theorie  
Bioritmiek
Freud
Deugdethiek

Teek Care

De andere Passie
Odysseus
Sprookje 
Alexander de Grote
Peloponnesos
Hippocrates
Magisch Realisme
Filosoferen over sex
Magna Graecia
Boeddhisme
Klimaat
 
Israël

Agape
Christus was een filosoof

Astrologie
Maanstanden

Links

Webcams HvH


 

 

 


 


 

 

 

 

 



Wanneer de Griekse veldheer Alexander de Grote het zo  rond 350 jaar voor Christus met de opvolgers van de Babyloniers ( komen van de stad/Toren van Babel= "Grieks woord voor de de poort van God " ), namelijk de Meden en Perzen aan de stok krijgt, wordt hij in die vijandelijke legers met vechtende honden geconfronteerd. Het is voldoende beschreven dat  deze veldheer erg van honden hield en het is dan ook logisch dat zulke buitgemaakte dogachtigen mee naar Griekenland verhuisden, waar hij in de stad Molossos zijn fokkennels oprichtte (vandaar ook de naam Molossers). 
Maar de geschiedenis herhaalt zich en ook de Griekse beschaving raakt in verval.

De Romeinen, die de Grieken opvolgen, nemen de dogachtigen mee naar hun arena’s voor belangrijke ‘brood en spelen’. De vechthonden nemen het op tegen allerlei tegenstanders. Met de legioenen zullen ze weldra alle hoeken van het Romeinse Rijk intrekken en ook heel Gallië, en verder over de Rijn en het Kanaal, een groot deel van Europa bereiken. Na de soldaten met hun vechtende doggen komen de Romeinse kolonisten, die door een rustiger slag van doggen worden vergezeld. Het is logisch, dat uit die eerste honden van de Sumeriërs " een van de oudste beschavingen, bekend van de kleischrift tabletten", er in drieduizend jaar tijd tot bij de Romeinen, door al die andere culturen heen, heel wat rassen waren ontstaan. 
Maar toch is er een ontegenzeggelijke gelijkenis tussen de afbeelding uit
Diyala ( Noordelijke provincie in Irak) van 2000 jaar voor Christus en onze huidige dogachtige rassen.

De Romeinen zijn zeker de belangrijkste importeurs geweest van dogachtigen in onze streken. Toch hebben zij niet het alleenrecht daarvan. Voor hun komst deden namelijk Foenicische ( Libanon ) schepen onze kusten aan. Als ruilwaar werden sporadisch honden uit het Midden-Oosten aan land gezet. De Engelse Mastiff zou bijvoorbeeld van die echte eerste afstammen.

 

Van Tibet naar elders

Tot hier toe mooie gedachten, waar de dog na welig te hebben getierd in de beschavingen van Mesopotamië, het tweestromenland ( = Grieks," Mesos midden en  Potamos rivier of stroom" bij de Eufraat en de Tigris in het huidige Irak), verhuist naar Griekenland en daarna hoofdzakelijk met de Romeinen onze streken bereikt. Wat heeft dat alles nu te maken met Tibet en de Tibetaanse Dog als stamvader van de Newfoudlander ? Het Tibetaanse Hoogland ligt immers nog heel wat verder ‘ten oosten ( Hof ) van Eden’!

Maar hier komt nu de ontknoping. Een paar Poolse geleerden hebben in de zomer van 1979 bewezen, dat de Sumeriërs niet verwant waren met de andere Semitische volkeren van het Midden-Oosten. Zij bewezen dat de morfologie en de taal van de Sumeriërs rechtstreeks verband houdt met het oervolk uit Tibet
De
Sumeriërs waren landverhuizers die blijkbaar hun doggen uit het Tibetaanse hoogland meebrachten.

Ook de Indo-Germaanse volksverhuizingen, die uiteindelijk de Romeinen uit onze streken verdreven en hun oorsprong vonden in het Verre-Oosten, brengen dwars door Mongolie en Centraal-Europa, een nieuwe lading dogachtigen voor ons mee.

Naast al die duizenden jaren van wederwaardigheden van deze uitgeweken dogachtigen, heeft de echte Tibetaanse oerdog, die in zijn geboorteland is gebleven, zich tamelijk raszuiver in zijn geïsoleerde bergstreken gehandhaafd.
Marco Polo
, de vermaarde reiziger ( zijde route ) uit de dertiende eeuw, vertelt in zijn reisverhaal, dat hij in 1271 aan het hof van de Groot Mogol vervaarlijke honden zag, die zo groot waren als een ezel van , four feet high = 1.20 meter hoog , en stamt af van de  Black Tibetan wolf.

De Engelsen die in hun koloniale tijdperk het geboorteland van de Tibetdog doorkruisten en er exemplaren van mee naar Europa brachten, beschrijven hem als een enorme hond en een trouwe bewaker van de kudden yaks ( zie foto ) en schapen.
Kracht
en moed zijn hem eigen en zijn beweging heeft iets majestueus.

Het plotseling overbrengen naar lagere, warmere streken met een hogere luchtdruk werd de dieren fataal. Slechts weinigen overleefden het hier en daar een tijdje in een dierentuin. Maar zijn directe afstammelingen stonden er beter voor en raakten over de hele wereld verspreid.

Ook de Grieken bezochten vele nieuwe gebieden. Scylax voer rond Arabië van Perzië naar Egypte,  Pytheas onderzocht noordwest-Europa, en sprak over een 'verste land' dat hij Thule of Ultima Thule ( Noorwegen/IJsland ) noemde en Alexander de Grote veroverde het toen in Europa nog grotendeels onbekende Midden-Oosten en India (325-280 v.Chr.).



De aanwezigheid van een eiland ten noorden van de Britse eilanden was reeds bekend  door de Grieken en Romeinen. Het "Ultima Thule", waar de Romeinen in een geschrift over verhalen, gaat waarschijnlijk over IJsland, maar zekerheid daarover ontbreekt vooralsnog. Uit archeologische vondsten blijkt dat de Romeinen vermoedelijk wel voet aan wal hebben gezet, maar de eersten die langere tijd op IJsland verbleven waren waarschijnlijk Ierse monniken. Met de komst van de vikingen verdwenen ze.
Ingólfur Arnarson (soms ook wel Björnólfsson genoemd) was een Noors stamhoofd die Noorwegen ontvluchtte en besloot naar IJsland af te reizen in 877 .

Ook in de Romeinse tijd waren het vooral de Grieken die verre reizen maakten. met behulp van de passaatwinden werd over de Indische Oceaan naar India en Zuidoost-Azië gevaren, misschien zelfs tot China. Vanuit china zelf werd, vooral door de reizen van Zhang Qian, de zijderoute geopend die het Chinese en het Romeinse wereldrijk met elkaar verbond.

Die hond was daar

Net als bij veel andere rassen het geval is, tasten we ook bij de oorsprong van de Newfoundlander  in het duister waar mogelijk DNA-structuur uitleg in brengt/geeft. Het volgende verhaal is een van de vele verhalen over de oorsprong van onze geliefde viervoeter ! 
(
Zie oorsprong/Viking Discovery  )

 



Copyright ©
The End of The Line
Koos en Jetty van Rijn-de Beer